zondag 30 december 2012

Peter Verhelst, De allerlaatste caracara ter wereld

'Tongkat' dateert al van 1999, lees ik op de achterflap van Peter Verhelst zijn recentste roman. Ik was helemaal weg van het zintuiglijke, sprookjesachtige van zijn doorbraakroman, al begreep ik er uiteindelijk weinig van. Een en ander kan te maken hebben met hoe lang ik erover gedaan heb om het boek helemaal te lezen: maanden! 

Andere boeken volgden: 'Zwellend fruit', 'Memoires van een luipaard', het monumentale 'Zwerm', de dichtbundel 'Nieuwe sterrenbeelden', het dunne 'Mondschilderingen' dat zich situeert in het Brugse Minnewaterpark,...

Toen ik hoorde over 'De allerlaatste caracara ter wereld' was Verhelst al enkele jaren verbannen naar een achterhoekje in m'n geheugen. Waarom? Geen idee. Op zoek naar een boek van Dimitri Verhulst kwam ik hem tegen in de plaatselijke bibliotheek. Waarschijnlijk was ik de eerste ontlener. 

Caracara's zijn gek uitziende roofvogels. Arenden, uilen, condors, valken, gieren: die kende ik allemaal al, maar over de caracara had ik nog niet gehoord toen ik het dier in actie zag in de zoo. Een druk kereltje, in tegenstelling tot de meeste andere roofvogels in de kooien. Hem aaien was geen optie. 

Om maar te zeggen dat ik hoge verwachtingen had toen ik aan 'De allerlaatste' begon. Een apocalyptische roman? Verhelst over het verdwijnen van biodiversiteit? 

Met biodiversiteit heeft het niet zo veel te maken, met het einde van de wereld al helemaal niet, maar verdwijnen en verschijnen spelen een belangrijke rol. Vrouwen die zomaar uit het water opduiken, aanspoelen op een paradijslijk eiland, bijvoorbeeld. De onrust die dat met zich meebrengt.

Misschien is dat nog wat het scherpst in beeld wordt gebracht: hoe (sinds 9/11?) alles in het teken moet staan van preventie en veiligheid, ook als dat betekent dat privacy en intimiteit eraan moeten. De komst van de soldaten op het eiland illustreert dat perfect.

Hoofdrolspelers zijn Victor Duval, een Belgische arts en Coriolan, een priester. Beiden redden levens, maar de een voor en de ander na de dood, zo zeggen ze zelf. 'Madame' en Cassandra vervolledigen het lijstje. Zij veranderen Duvals leven op een ingrijpende manier.

De kracht van 'De allerlaatste caracara' ligt vaak in wat niet gezegd wordt. Beletseltekens komen vaak voor. De vrouwen die aanspoelen zeggen helemaal niets. De eilandbewoners protesteren in stilte tegen de soldaten. 

Zoals meestal bij Verhelst moet je als lezer de zinnen vervolledigen, de beelden afwerken, maar toch is de stijl anders dan wat ik in 'Tongkat' of 'Memoires van een luipaard' gewoon was geraakt. De zinnen zijn korter, preciezer, meer to the point, alsof de vogel uit de titel er zijn snavel in heeft gezet. 

Verwachtingen ingelost? Mja. Mneen. 'De allerlaatste caracara ter wereld' geeft zijn geheimen niet allemaal meteen prijs, maar dat is natuurlijk ook zijn kracht. Een boek om zeker nog eens opnieuw te lezen.

vrijdag 28 december 2012

Michael Foley, The Age of Absurdity

Van Michael Foley had ik nog nooit gehoord, maar een collega was het boek aan het lezen. Op de cover prijkt een man van een jaar of zestig die druk bezig is met een grasmaaier de vloertegels voor zijn huis te lijf te gaan. 'The Age of Absurdity': krantenkoppen genoeg die dat elke dag bevestigen, maar het was de ondertitel die het hem echt deed: 'Why modern life makes it hard to be happy'. Hoe we gelukkig moeten worden? Dat wil toch iedereen weten?

Nu geloof ik niet snel in praatjes die ik associeer met vrouwenbladen. 'Alles om gelukkig te worden', 'Nooit meer piekeren', het zijn ronkende titels waar ik meestal met een boog omheen loop. Gelukkig is Foleys boek helemaal anders. Filosofischer, om te beginnen. Nooit gedacht dat ik mijn filosofische kennis, of het weinige wat ervan is overgebleven, nog zo intens zou moeten gebruiken bij het lezen van een boek. 'The Age of Absurdity' is bovendien ook grappig, op een subtiele manier, zoals ik het graag heb. Ten slotte legt Foley alles ook netjes uit. 

Ik lees niet veel non-fictie, maar 'The Age of Absurdity' bevat genoeg verhaallijnen en knipogen naar literatuur om me overstag te doen gaan, als het dat al niet gedaan had na z'n pleidooi voor moeite, verantwoordelijkheid durven nemen, stilstaan bij het alledaagse en het met nieuwe ogen bekijken, het actief zijn en blijven...

Vooral de bespiegelingen over werk, liefde en leeftijd, waarmee het boek eindigt, zijn onthutsend maar zeer verrijkend... (en ik heb zin gekregen om 'Ulysses' van James Joyce eindelijk eens te lezen).

Dimitri Verhulst, De verveling van de keeper

'De helaasheid der dingen'. Zoals zovelen heb ik Dimitri Verhulst zijn boeken leren kennen door het lezen van die overbekende en intussen ook verfilmde roman. Zijn directe stijl, de herkenbare personages en situaties, het taalgebruik dat vol Vlaamse woorden en uitdrukkingen zit, dat alles lijkt de vaste cocktail te zijn voor de boeken die Verhulst schrijft. Tegelijkertijd zijn geen twee boeken hetzelfde. Toen 'Godverdomse dagen op een godverdomse bol' uitkwam, bleek dat ook: veel mensen hadden een tweede 'Helaasheid' verwacht en waren teleurgesteld met de gratis 'Bol' bij Humo.

Vreemd eigenlijk dat ik zo lang gewacht heb met 'De verveling van de keeper'. Was het omdat voetbal mij geen refereefluit interesseert? Omdat er te veel andere boeken zich opdrongen? Waarschijnlijk allebei. Feit is dat ik het een dag of tien geleden eindelijk ontleende uit de bibliotheek. In twee dagen was het uit. Ook dat is 'typisch Verhulst': het leest als een trein.

Het basisgegeven is simpel: Zarcko Vandegeneugten is de keeper van een ploeg die zo goed is dat hij nooit kan bewijzen wat hij waard is als keeper. Geen enkele bal komt in zijn buurt. Wat kan er frustrerender zijn? 

Elk hoofdstuk wordt ingeleid met auctoriële commentaar in de trant van: "In dit hoofdstuk lezen we hoe Zarcko leert voetballen." Dat gebeurde vroeger vaak in romans, maar Dimitri Verhulst geeft er een humoristische draai aan.

Het leuke is ook, en misschien verklap ik hiermee iets te veel, dus als je het boek nog niet gelezen hebt, is het misschien aan te raden hier te stoppen met het lezen van dit blogbericht. Het leuke dus, is dat Dimitri Verhulst het dorpje Dendermongo creëert dat, net als Reetveerdegem, verdrinkt in saaiheid. Het raakt bekend als de plek waar een recordaantal mensen een einde aan hun leven maken. Het is de plek waar iedereen weg wil.

'De verveling van de keeper' speelt zich af in de toekomst. Vlaams-nationalisme, racisme en discriminatie tegen vrouwen vieren hoogtij. Het boek werd tien jaar geleden geschreven, maar ik zou het graag over nog eens tien jaar opnieuw willen lezen om te zien hoe actueel het dan nog steeds is.

Wat Verhulst wellicht niet had zien aankomen, is dat er in de aanloop naar de gemeensteraadsverkiezingen dit jaar ook werkelijk gebeurde waarover 'De verveling' fantaseert: dat een rechts-populistische politicus de aftrap geeft van een match, in de hoop daar stemmen mee te winnen. "Ziezo, François had er weer enige kiezers bij, de match mocht beginnen." (p. 62)

'De verveling van de keeper' gaat meer over verveling dan over keepers, en laat ik dat nu allesbehalve vervelend vinden!

Elvis Peeters - 'Wij'

Waarom 'Wij'? Waarom lees je boek A en niet boek B? Soms is dat moeilijk te achterhalen, maar bij 'Wij' denk ik het min of meer te weten. 

Misschien begon het bij Koen Peeters, van wie ik enkele weken geleden een auteurslezing bijwoonde. Iemand zei dat ze hem niet kende, maar meer vertrouwd was met het werk van 'een andere Peeters'. De naam Elvis Peeters klonk me wel vertrouwd in de oren, maar hij deed me vooral denken aan die andere Elvis. Toen ik een boekenwinkel in de buurt binnenstapte en 'Wij' zag liggen, raakte ik geïnteresseerd. Zou het niet stilaan tijd worden dat ik die schrijvende landgenoot eens wat beter leerde kennen? Ik vond mijn exemplaar uiteindelijk in de bibliotheek. 'Mee jij', gebood ik. 

Enkele dagen later had ik het uit. Eerst was het op mijn nachtkastje blijven liggen en zag het ernaar uit dat ik het ongelezen zou moeten terugbezorgen als ik geen boete wou. Toen ineens, op een avond, het was al na twaalf uur, nam ik het bij me in bed. Een hoofdstukje om al wat te wennen, dacht ik. De aanloop nemen, dan kan ik morgen wat doorlezen. Wist ik veel!

'Wij' neemt geen aanloop. 'Wij' went niet. Dat werd al heel snel duidelijk. Even snel als de vaart die de jongeren uit het boek in hun leven proberen te leggen. Vier meisjes trekken hun slipje uit in de hoop de automobilisten die onder hen door rijden uit hun concentratie te halen. Een kettingbotsing, een auto over de kop, het is nog maar het begin van een reeks aangrijpende gebeurtenissen. 

Een vrolijk portret is het niet, zoveel is duidelijk. Wat de vier jongens en meisjes uithalen is vaak gewoon 'goor'. Toch is het ergste niet wat ze doen, maar waarom. Uit verveling, onverschillig, voor een steeds moeilijker te bereiken kick. Peeters schetst het beeld van pubers, tieners, mensen die alles saai gaan vinden, met vaak verwoestende gevolgen.

Is 'Wij' een mooi boek? Neen. Daarvoor gebeurt er te veel waar ik me ongemakkelijk bij voel. Laat dat net de bedoeling zijn. Vermoed ik. Dat je als lezer hoopt dat jij er wél nog onpasselijk bij wordt. Erdoor geraakt wordt. Meer verantwoordelijkheidsgevoel hebt. Want laat het duidelijk zijn, 'mooi' en 'boeiend' zijn lang niet altijd synoniemen.

Verlezen tijd... weblogstart

Schrijven over lezen, het lijkt misschien wat vreemd. Als ik het toch doe, is het omdat je zo snel zo veel vergeet van een boek, ook al was het nog zo de moeite. 'Geheugensteuntje', zo had deze blog ook kunnen heten. 

Het is 'Verlezen tijd' geworden, een selectie van boeken die ik de moeite waard vind om er iets over te vertellen. Heb je zin daarop te reageren? Laat gerust een berichtje achter. Wie weet inspireert het om meer of andere boeken te ontdekken...

Veel leesplezier!
Koen