dinsdag 31 december 2013

Rudi Vranckx en Caryl Strzelecki, De Gierenclub

Het is 31 december, de tijd van jaaroverzichten en de balans opmaken van het voorbije jaar. Een van de belangrijkste feiten daarin is de oorlog in Syrië. Te gruwelijk voor woorden. Vooral de beelden van stervende kinderen in een school die werd bestookt met sarin blijven bij... 

'De Gierenclub' gaat over de journalisten achter die beelden. Tekenaar Caryl Strzelecki volgde het voorbeeld van Joe Sacco en interviewde VRT-journalist Rudi Vranckx over zijn verslaggeving van de Arabische Lente. Het resultaat is een persoonlijke blik op de nieuwsfeiten zoals je die in het journaal nooit te zien krijgt. Daar houdt een journalist zich aan de feiten. In deze striproman is er ruimte voor persoonlijke bespiegelingen. Wel blijft het allemaal behoorlijk nuchter, waarbij Strzelecki zelf de journalist wordt en Vranckx de geïnterviewde. 

De tekenaar gebruikt twee verschillende tekenstijlen. Een minder afgelijnde stijl waarbij hij stiften gebruikt en heel schetsmatig te werk gaat om Vranckx en zichzelf te portretteren en een meer gedetailleerdere, ruwere stijl om de nieuwsbeelden weer te geven. Het kleurgebruik is erg functioneel en vaak afwezig. Slechts hier en daar worden lichte kleuren gebruikt. De dood van de Libische leider wordt met zwart en rood op papier gezet. Het zijn letterlijk zwarte bladzijden in het boek. Mooi zijn de tekeningen lang niet altijd, maar ze geven wel duidelijk het gevoel weer dat bij de revolutie en het bloedvergieten hoort. 

De tekst is een geslaagde combinatie van persoonlijke getuigenissen en de reflectie van Rudi Vranckx. Ze geeft de nieuwsbeelden een extra dimensie.

Blij word je niet van 'De Gierenclub', maar het is een interessant tijdsdocument.

Nick Hornby, About a boy

Van Nick Hornby heb ik al verschillende boeken gelezen: 'Juliet, naked' bijvoorbeeld, en 'High fidelity'. 'About a boy' valt niet uit de toon. Net als de twee andere romans gaat het over De Liefde en Het Leven. 

Zoals de voorflap van mijn filmeditie doet vermoeden heeft het boek twee hoofdfiguren: Marcus, de 'boy', en Will, een 36-jarige die op veel gebieden ook nog altijd een 'boy' is. Will is een rijke vrijgezel die ontdekt dat hij meer succes heeft bij de vrouwen wanneer hij zich kan voordoen als alleenstaande papa, totdat hij door de mand valt ten minste. De twaalfjarige Marcus woont bij zijn moeder Fiona, die haar scheiding moeilijk kan verwerken en in een depressie terechtkomt. De jongen wordt gepest op school en vindt bij Will de steun die hij nodig heeft. Totaal onverwacht krijgt hij ook hulp van Ellie, een rebelse vijftienjarige die het voor hem opneemt.

De hoofdstukken hebben afwisselend Marcus en Will als hoofdpersonage, een oude truc die ervoor zorgt dat je wat afwisseling krijgt. Wat mij betreft had Ellie haar eigen hoofdstukken mogen krijgen, want nu blijft ze wat te veel steken in het stereotype van de rebelse puber. Mooi is wel hoe Hornby Ellies moeder beschrijft, een aantrekkelijke vrouw van veertig die aan de ene kant geen raad weet met de dochter die haar nachtmerries bezorgt en aan de andere kant haar streken bijzonder grappig vindt, zelfs gehoopt had dat het karakter van haar baby pittig genoeg zou zijn om de wereld rondom haar op zijn kop te zetten...

Bij momenten heeft 'About a boy' een zeer hoog romantische komedie-gehalte. Het is niet toevallig dat Hugh Grant op de filmcover staat. Gelukkig snijdt Hornby zoals steeds dieper dan dat en gaat het boek niet alleen over hoe 'cool' je moet zijn om je mannetje te staan, maar vooral over hoe je het leven voldoende zin kunt geven om er geen eind aan te maken. Dat Kurt Cobain een belangrijke rol krijgt, is veelzeggend. In 2014 is het twintig jaar geleden dat de bekende zanger van Nirvana zich een kogel door het hoofd schoot.

Ik ben geen fan van Vijf-tv en bij momenten stak het boek wat tegen, maar naar het einde, wanneer de klemtoon wat meer op 'het existentiële' kwam te liggen, was het weer aangenamer om te lezen. Hornby's subtiele humor en rake typeringen trokken me uiteindelijk over de streep.

maandag 16 december 2013

Sokal, Canardo 22, De oude eend en de zee

Hemingway, ik hoor het u graag denken. Of hoe Canardo met die bekende klassieker gaat lopen. Het antwoord is eendvoudig: niet. Ja, er is de oude vriend van inspecteur Canardo, kapitein Ballingway, uit het album 'De witte Cadillac', nu kapitein van een panoramische onderwaterboot voor toeristen en getrouwd met een veel jongere dame die hem van de fles houdt en hem drie maal per dag vertelt te zullen scheiden. En er is ook Momo le Mérou, de gestippelde tandbaars waar dit verhaal rond dobbert. Daar houdt de vergelijking zo ongeveer wel op.

Deze tweeëntwintigste Canardo sneert als vanouds cynisch links, rechts, boven en onder. Allemaal krijgen ze een rotte vis in het gezicht: Greenpeace, facebook, plastische chirurgie, verwende 'snotjong' op hun wii, hypercommerciële Hollywoodtekenfilms, politiek correcte bazelaars, kolonialisten en ex-kolonies, hotelmagnaten en ecotoeristen. En dan vergat ik haast nog de Aziatische markt voor 'erectiele' dierproducten...

'Aan wiens kant sta je eigenlijk', hoor ik iemand Sokal vragen. Cynisme kiest geen kant. Dat is tegelijk de kracht en zwakte van dit album: alles fileren is makkelijk, ook al gebeurt het met de nodige expertise. Misschien moet je 'De oude eend en de zee' lezen als een tijdsdocument, een satirische dwarsdoorsnede van hedendaagse trends, wat inhoudt dat de strip over een jaar of tien hopeloos verouderd kan zijn.

Het is trouwens een verrassend sober album: Canardo houdt het voor zijn doen behoorlijk nuchter (slechts drie dronken pagina's telde ik), zijn seksleven staat op een laag pitje en er wordt amper bloed vergoten. Dat mag ook al eens.

Een eindoordeel? Hmmm... 'De oude eend' is te goed om te verguizen, maar ik word soms wel wat moe van het eindeloze afkraken van alles en iedereen. Duurzaam toerisme en ecologie zullen vast hun zwakke punten hebben, maar hebben zeker hun bestaansrecht. Kinderen worden in de media misschien al te vaak op een voetstuk geplaatst, maar ze zo radicaal neerhalen is weer het andere extreem. Het doorprikken van allerlei heilige ballonnetjes gebeurt dan weer veel te weinig en dat waardeer ik wel ik deze strip. Het zal de tandbaarzen, gestippeld of gestreept, vast worst wezen.

woensdag 11 december 2013

Matt Haig, The Radleys


Wat ik over The Radleys wist voor ik erin begon te lezen? Bitter weinig, en dat bleek de ideale uitgangspositie. Een lovende recensie op een website voor adolescentenromans had me de weg gewezen, maar ik was al eeuwen geleden vergeten waarover het boek zou kunnen gaan. Het leek ook vrij evident: over een gezin en de problemen waarmee ze geconfronteerd worden, zeker? Dat is het ook, maar compleet anders dan je zou verwachten... en tegelijk ook weer niet.

Spreek ik in raadsels? Dat dacht ik al, maar ik doe het omdat ik nog niet te veel wil verraden. Het (eerste) kantelmoment, het etentje bij de buren, was eerst een lichte teleurstelling, maar tegen die tijd was ik al voldoende vertrouwd geraakt met de geëngageerde Clara en de fijngevoelige Rowan om te willen voortlezen. 

'The Radleys' combineert verschillende literaire genres: adolescentenroman, thriller, detective, om over dat andere genre nog maar even te zwijgen. Het bevat nuance, spanning, humor, en zet de gebeurtenissen geregeld op hun kop, terwijl het ook verrassend rechtlijnig is. Op een bepaalde manier eindigt het boek zoals verwacht, ook al is dat heel lang totaal niet wat je denkt te kunnen verwachten.

De thema's zijn identiteit, relaties, liefde, wat je je bij een jongerenroman voorstelt, maar met genoeg vraagstukken om volwassenen mee te laten genieten. Centraal staan het 'Boek der onthouding' en de vraag of we onze instincten de baas kunnen, of dat zelfs wenselijk is. Het is een brandend actuele vraag. Nooit hadden we meer objecten om verslaafd aan te raken dan nu. Hoe kunnen we dan vermijden eraan toe te geven? Heeft dat trouwens wel zin? Wat voor repercussies heeft dat, wanneer iemand zich jarenlang moet 'inhouden'?

'The Radleys' is heel vlot geschreven en kan makkelijk onderbroken worden, want het heeft korte hoofdstukken. Toch doe je dat meestal niet, want je wil gewoon vooruit...

En het einde? Ik kan me best verzoenen met het einde, hoewel het best wat minder braaf had gemogen...

zondag 17 november 2013

Ed Franck, 'Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde'

Ed Franck is een icoon, een mijlpaal in de Vlaamse jeugdliteratuur. Ik heb al heel wat boeken van hem gelezen: 'Zomer Zeventien', 'Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat' en bijna de hele reeks bewerkingen van klassieke verhalen, en dan was ik het geweldige 'Huis van eb en vloed' bijna vergeten. De titels hoefde ik niet eens op te zoeken, ik ken ze uit mijn hoofd. Ze zijn een deel van mijn literaire bagage geworden. Ik hoef er dus geen kindertekeningetje bij te maken wanneer ik vertel dat ik met veel goesting aan 'Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde' begon. Een dikke kanjer, dat wel, maar het boek was genomineerd voor de KJV en had al heel wat lovende recensies gekregen. Waarom had ik het nog niet gekocht, eigenlijk? De bibliothecaresse vertelde me dat het verhaal zich makkelijk liet lezen, dat het grappig was, zelfs dat de auteur wat 'droger' is in het echt. Allemaal goede voortekenen, dus.

Waren mijn verwachtingen te hoog gespannen? Honderd bladzijden ver krulden mijn tenen al ontelbare keren. Bij het geforceerde politieke correcte profiel van Seppes moeder. Bij de overdaad aan 'weetjes' en gekunstelde tienerachtige trekjes, waardoor Francks hoofdfiguur meer op een stripfiguur dan op een echte sixteenager gaat lijken. Bij de steeds karikaturalere situaties. Bij het onvermogen om de ongewone en interessante levenskeuzes van vooral Elly, Seppes moeder, en Wout, haar man, vol te houden. Vooral de verwijzingen naar het katholieke geloof zijn hemeltergend. Elly is atheïst, maar toch wordt God er te pas en te onpas bij betrokken. 

Om maar te zeggen dat ik meermaals de indruk kreeg dat Ed Franck worstelde met zijn eigen ideeën, opinies en inzichten, alsof er zich een confrontatie afspeelde tussen waar hij echt in gelooft en wat hij vindt dat hij zou moeten geloven. Dat gegeven zou een ongelooflijk intrigerende historie kunnen opleveren, maar op de een of andere manier doet 'Hoe Seppe enzovoort' dat niet. 

Jawel, het boek staat vol verrassende flitsen en op-het-verkeerde-been-zetters, maar het is de spreekwoordelijke mayonaise die niet bindt. Tot mijn afgrijzen moest ik vaststellen dat ik Ed Franck niet geloofde wanneer hij een feministische Elly neerzette, een ongebonden Wout, een taalvirtuoze Seppe. Al even storend vond ik het om te zien hoe heel wat op zich interessante mogelijkheden onbenut bleven: een vluchthuis voor vrouwen moet toch een schat aan indringende verhalen bevatten? Meer dan enkele zinnetjes worden er niet aan besteed. In een boek van meer dan een half ton pagina's...

Al even erg vond ik de vele vooroordelen die in het boek slopen, ondanks het slechten van een heleboel andere vooroordelen. Mensen in een duur restaurant zitten vol botox of ontduiken belastingen. Sommigen allicht wel, anderen vast niet. Vreemde, vrij zinloze beweringen die het verhaal oneer aandoen. 

Honderdtwintig bladzijden. Zo lang heb ik het ongeveer uitgehouden. Toen was ik het beu. De betweterige alwetende verteller, de vele losse gebeurtenisjes, het werkte me te veel op mijn zenuwen. Jammer. Ander en beter.

maandag 11 november 2013

A.M. Homes, Vergeef ons

Ik raakte geïntrigeerd door 'Vergeef ons' na het lezen van een lovende Humorecensie. De kans is groot dat ik het boek anders nooit had opgemerkt: te Amerikaans, te dik, een onaantrekkelijke titel. Blijkbaar heb ik nogal wat vooroordelen bij het selecteren van mijn leesmateriaal...

Het boek stond tussen de aanwinsten in de bibliotheek, dus ik besloot het erop te wagen. Drie weken later zat ik aan pagina 160. De leentermijn was verstreken, maar ik wist genoeg: 'Vergeef ons' was bijzonder vreemd en bij momenten, zeker in het begin, vrij heftig, maar het sprak me genoeg aan om te willen voortlezen. Ik zette het op mijn verlanglijstje.

Enkele weken later kreeg ik het van mijn broer cadeau voor mijn verjaardag. Op dat moment lagen er heel wat andere boeken op de leestafel, maar Homes schoof mee op. Honderdzestig pagina's... Het duurde even voor mijn geheugen ze opgespoord had, maar vanaf dan was er geen houden meer aan. 

De resterende vierhonderd bladzijden gingen er in geen tijd door. Is het boek dan spannend? Neen. Gaat het duidelijk een bepaalde richting uit? Soms wel, meestal niet. Toch wil je voortdurend vooruit en gebeurt er op elke bladzijde weer iets nieuws. 

Centraal staat het verwerken van een tragisch familiedrama. George, Harolds broer, vermoordde zijn eigen vrouw. Harold wordt voogd van de kinderen, maar worstelt zelf ook met schuldgevoelens. Eén jaar lang probeert iedereen zijn leven een nieuwe richting uit te sturen. 

Nogal wat gebeurtenissen zijn bij de haren getrokken: Harolds succes bij de vrouwen, Amanda die haar demente ouders gewoon 'dumpt', Nateville,... Toch past het allemaal wonderwel ineen. Meer nog: de overdrijvingen relativeren de traumatische gebeurtenissen en voegen wat noodzakelijke lichtheid toe. 'Vergeef ons' is, behalve in de titel, nooit pathetisch. 

Soms had ik al eens het gevoel dat ik te weinig voeling had met de Amerikaanse samenleving, of dat ik onvoldoende wist over bepaalde joodse gebruiken, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik heb me meer dan vijfhonderdvijftig bladzijden lang kostelijk geamuseerd.

Sven Cooremans, Het is dat of stoppen met zingen

Werk van een collega bespreken kan heel delicaat zijn, maar in het geval van 'Het is dat of stoppen met zingen' hoef ik me geen zorgen te maken: het is gewoon een uitstekende poëziebundel.

De ruim dertig gedichten brengen zowat alles wat ik apprecieer in poëzie. Ze zijn kort, spelen met taal en met verwachtingspatronen en ze roepen interessante beelden. Ook de thema's kunnen me bekoren: het ongewone in het alledaagse weten te zien en daarvan kunnen genieten, tijd en vergankelijkheid, kunst. 

Niet alle gedichten heb ik weten te doorgronden. Niet toevallig hou ik het meest van de meer toegankelijke gedichten uit de bundel. Dat zijn ook de teksten die het snelst hun geheimen prijsgeven. Het betekent tegelijk dat ik met een gerust hart de bundel nog eens ter hand kan nemen en me kan buigen over de andere gedichten. 

Stoppen met zingen? Niet doen, Sven!

zaterdag 2 november 2013

Charles Burns, The Hive

Ook zonder refereren aan Kuifje en Roy Lichtenstein voelt elke bladzijde van Charles Burns' graphic novel 'The Hive' aan als een kunstzinnig pareltje, in die mate zelfs dat het verhaal volgen en begrijpen ondergeschikt is aan de visuele ervaring. 

Een mooie wereld is het niet, waar hoofdpersoon Doug in terecht is gekomen. Aan een jonge psychologe vertelt hij over zijn relatie met de getormenteerde Sarah, terwijl hij in een parallelle wereld, die bevolkt wordt door vreemde, lelijke wezentjes die over hem de baas spelen, aan bandwerk doet.

Bizar, surrealistisch, soms wat vies of eng, het is Burns niet vreemd, maar het vergroot alleen de bevreemdend beklemmende ervaring van dit album, het tweede deel van een trilogie die begon met 'X'ed out'.

donderdag 31 oktober 2013

Judy Westerveld, Strak plan

Toen ik 'Strak plan' in handen kreeg, wist ik eerlijk gezegd niet goed wat te verwachten: een 'satirische roman' over een man die een junk in huis haalt voor een zelfbedacht heropvoedingsprogramma? Een ding was zeker: het was anders dan anders. Vooruit dan maar...

Roel is bewakingsagent en hondentrainer, maar dit keer wil hij geen hond, maar een verslaafde 'africhten'. Hij gaat daarin bijzonder ver: de man moet zelfs aan de ketting. Toch lijkt hij enige resultaten te behalen, al is het de vraag hoe blijvend die zijn.

'Strak plan' heeft me aangenaam verrast. Judy Westerveld schetst een geloofwaardig portret van twee mannen in een zeer onwaarschijnlijke situatie. Mooi daarbij is hoe ze het karakter van beide heren uitvouwt tot iets genuanceerds. Een andere verdienste is de radicale keuze voor het personele perspectief: als lezer weet je niets meer of minder dan Roel, met wie je je tegen wil en dank wat moet vereenzelvigen. Denken we niet allemaal zo over junkies, lijkt de schrijfster te willen suggereren.

De plot is wat bevreemdend. Aanvankelijk lijkt het erop dat Donny zich kan revancheren, maar dan blijkt alles gecompliceerder dan je het zou verwachten. Het einde, mag ik dat al meegeven, is bijzonder onverwacht...

'Strak plan', de titel is op meerdere manieren uit te leggen, las in het begin niet heel vlot, omdat het hoofdpersonage me mateloos irriteerde. Dat teweegbrengen is natuurlijk al een verdienste op zich. Halverwege wint het boek aan snelheid. 

Ik denk niet dat ik meteen naar de winkel hol om Westervelds debuut in huis te halen, daarvoor wijkt ze te veel af van wat ik meestal lees, maar mocht ik het ooit in handen krijgen, dan hoop ik dat het even verrassend is als haar 'Strak plan'.

woensdag 30 oktober 2013

Michael Bright, Afrika. Oog in oog met het onbekende.


Een continent van armoede en oorlogen opnieuw ontdekken aan de hand van fascinerende nieuwe verhalen over goeddeels vertrouwd aanvoelende fauna, het is niet iedereen gegeven. Het BBC Earthteam is natuurlijk niet zomaar iedereen en wat ze presenteren in het stevige, ruime driehonderd pagina's tellende fotoboek overtreft de verwachtingen: 'Afrika' is prachtig.

Mysterieuze nachtelijke ontmoetingen tussen neushoorns, waaghalzen van hagedissen die tussen de leeuwen op vliegenjacht gaan, het zijn maar enkele van de vele spektaculaire nieuwe verhalen in de natuurdocumentaire, die ook op dvd vastgelegd werd. 

Aan de opnames werd maar liefst vier jaar gewerkt. De Arabische Lente, overijverige olifanten en nieuwsgierige leeuwen gooiden roet in het eten.

Het fascinerendst waren de vele woestijnverhalen: over mieren die de onmenselijke hitte trotseren, krokodillen en zwaluwen die je er totaal niet zou verwachten en de indrukwekkende projecten om de verwoestijning te bedwingen.

Natuurdocumentaires zijn onlosmakelijk verbonden met ecologie en het was dan ook geen grote verrassing, maar wel een aangename begroeting, in een van de laatste hoofdstukken een stand van zaken in het Afrikaanse natuurbehoud te lezen.

Natuurlijk, 'Afrika' is in overduidelijk een fotoboek dat gebaseerd is op filmbeelden en niet andersom, maar de nieuwe verhalen verfrissen als een zeldzame regenbui in de Kalahari en de foto's, gemaakt met de recentste camerasnufjes, zijn niet minder dan verbluffend.

vrijdag 11 oktober 2013

Boudewijn Büch, De kleine blonde dood

Er zijn zo van die boeken waarvan je weet dat ze bestaan, heel lang al, maar gelezen heb je ze nog nooit, tot je er op een dag toch een in handen neemt en het begint te lezen... Dat gebeurde me met 'De kleine blonde dood', een boek waarvan de titel aantrekt en afstoot tegelijk, me associatief doet denken aan het sprookje van het meisje met de zwavelstokjes. Is het dat soort verhaal? 

Vreemd genoeg gaat Büchs boek hoofdzakelijk over Rainer, de vader van het hoofdpersonage. Die man leefde als jood in het Duitsland van Adolf Hitler. Onnodig te zeggen dat dit een onuitwisbare indruk heeft nagelaten. Op een bepaald moment zegt Rainer dat ook zelf, dat voor veel mensen de oorlog pas na mei 1945 begonnen is, in hun hoofd.

De psychische gevolgen van de jodenvervolging, daarover gaat 'De kleine blonde dood' vooral, hoe die generaties lang kunnen doorwerken, bijvoorbeeld. Vrolijk word je er niet meteen van. Rainers stemmingswisselingen en agressie richten een enorme verwoesting aan in het gezin. Boudewijn, het hoofdpersonage, mag dan nog het dichtst bij zijn vader staan, ook hij slaagt er amper in met die man op gelijke golflengte te komen. 

Bij een boek van bijna dertig jaar oud speelt de taal een belangrijke rol. In heel wat dialogen blijft die verrassend fris, maar in nogal wat beschrijvingen zijn er pakken stof op komen te liggen. Sommige woorden worden amper nog gebruikt, van andere is de betekenis wat achterhaald. De taalafstand is deels ook ruimtelijk: Büch gebruikt een aantal termen die in Vlaanderen vrij onbekend zijn. Je kunt uit de context wel min of meer afleiden waar het over zou kunnen gaan, maar je moet de draad van het verhaal toch even weer oppikken.

Laaiend enthousiast ben ik niet meteen over dit boek, maar diep teleurgesteld evenmin. Laat ik het erop houden dat ik het onderwerp stilaan wat 'gehad' heb, hoe erg dat misschien klinkt, en dat de taal af en toe afstoot, terwijl heel wat gebeurtenissen en dialogen wel nog voldoende krachtig zijn om decennia na het publiceren van de eerste versie te worden gelezen.

Lisa Boersen, Jani Kekke en de blauwe dagdromer

Aan de ontbijttafel met een van de dochters een 'geheim' gesprek voeren over kabouters en kekkes, veel en weinig slapen, of kussen geven aan de koningin, het is best wel grappig. De rest van het gezin zit erbij en kijkt er wenkbrauwenfronsend naar.

Hanna, de dochter over wie ik het had, was al grote fan van dat andere boek van Lisa Boersen, 'Hotel Tussentijd'. Dat was voor mij een goede reden om in de bib haar debuut te zoeken, deze 'Jani Kekke en de blauwe dagdromer'. Tim is een doordeweekse jongen met rijke, drukbezette ouders die absoluut geen tijd voor hem hebben, maar wel allerlei hobby's aan hem opdringen. De jongen zelf is zo snel afgeleid dat mam en pap voor hem een 'focusleraar' regelen, maar dat is buiten Jani Kekke en Svetlana gerekend...

Je merkt het al: dit leuke kinderboek zit boordevol sprankelende fantasie-elementen. Moeiteloos stap je mee in de parallelle wereld van dagdromers en kekkes. Het is alleen wat jammer dat Lisa Boersen Tim niet toelaat de kekkes zelf te bezoeken. Ik had graag eens geweten hoe die kereltjes leven en wonen, of hoe ze zelf in slaap geraken...

Net als 'Hotel Tussentijd' weet de auteur te verrassen door de grenzen van het gewone hier en daar weg te gommen, zodat er kleine openingen ontstaan die je toelaten even uit het hectische van elke dag te stappen, om er een uurtje later weer met een frisse glimlach naar terug te keren.

zondag 6 oktober 2013

Saskia De Coster, Wij en ik

Het is verleidelijk om in 'Wij en ik' een autobiografisch verhaal te lezen waarin personage Sarah en schrijfster Saskia in elkaar overvloeien. Wie De Coster al een tijdje volgt of een lezing van haar heeft bijgewoond weet dat er zeker een aantal parallellen te trekken zijn. Uiteraard is het nonsens om te denken dat beide volledig samenvallen, maar laat ik bij het begin beginnen.

Heel wat jaren geleden kreeg ik een fascinerende debuutroman in handen. Het boek heette 'Vrije val' en was fantasierijk maar bijna niet te begrijpen, een beetje het soort ervaring dat ik ook met 'Tongkat' van Peter Verhelst had. In tegenstelling tot die laatste schreef Saskia De Coster steeds dikkere boeken. 'Wij en ik' is een beetje een vreemde eend in de bijt, zegt ze ook zelf. Het was haar bewuste keuze om heel wat toegankelijker te schrijven. 

Het boek gaat over een welgestelde Vlaamse familie in de jaren 1980 tot nu, maar brengt tegelijk op het symbolische niveau ook het verhaal van Vlaanderen en zelfs Europa. Dat continent heeft zijn beste tijd gehad, is bang en voorbijgestreefd. Hoofdpersonage Sarah hoopt op beterschap in New York. Het is natuurlijk de vraag of ze dat betere daar ook zal vinden...

Er zijn heel wat redenen om van 'Wij en ik' te houden. Er is de beklemmende geheimsfeer van de rijkere klasse 'op de berg' die weergaloos wordt neergezet. Er zijn de intrigerende personages van Melanie, de norse, zwijgende oma, van Stefaan, omhooggeklommen tot CEO, haast tegen wil en dank, van tapijtenkammende Mieke en van de rebelse Sarah die onder de al dan niet genetische druk op haar schouders uit wil komen.

Welke richting Saskia De Coster na deze roman uit gaat, is waarschijnlijk nog koffiedik kijken, al wordt het misschien iets internationalers, iets op reis, opnieuw iets experimentelers misschien? Wat het ook wordt, ik zit nu al op het puntje van mijn stoel...

zondag 15 september 2013

Lisa Boersen, Hotel Tussentijd

Wat doe je als één van de dochters zo'n grote fan van een boek is dat ze wel twee of drie exemplaren uit de bibliotheek zou willen ontlenen? Dan lees je dat toch, niet?

'Hotel Tussentijd' is een plaats waar ieder van ons wel eens met vakantie wil. Tussentijd mag je gerust interpreteren als een 'time-out', even uit het hectische bestaan stappen om daarna met frisse moed te herbeginnen, je fouten onder ogen te zien en door te gaan. 

Wat klinkt als iets vrij psychologisch krijgt de aanstekelijke vorm van een vrolijk kinderboek, waarin een meisje, een jongen, een dame en een minister via hun wc in het merkwaardige hotel belanden. 

Heeft mijn dochter gelijk? Natuurlijk heeft ze dat! Het 'Hotel' is een heerlijk boek met prachtige tekeningen van Lars Deltrap. Je leest het in één lange adem uit, maar net als de hotelgasten hou je graag minstens één gedachte eruit over. 

Hatice Ava en Guy Didelez, Omdat ik niet wou kussen...

'Omdat ik niet wou kussen...' is het verhaal van Hatice Ava, die op 14 februari 2010 in de hals werd gestoken. Hoewel het er even heel slecht voor haar uitziet, herstellen de wonden vrij snel. De angst die de aanranding met zich meebracht is een heel ander verhaal. Ook wat de media van het voorval maken en de vele al dan niet gepaste reacties die erover verschijnen hebben een enorme impact op de tiener. Samen met Guy Didelez schreef ze de gebeurtenissen van zich af.



Waargebeurde verhalen voelen altijd een beetje vreemd en ongemakkelijk. Dat was eerder al toen ik Sabine Dardennes boek las, het is bij Hatice niet anders. Grote boosdoener in het hele verhaal is opnieuw de publieke opinie, gevoed door slordige, al te gretige berichtgeving. Je vraagt je af waarmee sommige mensen zich willen bemoeien zonder ook maar iets van iemand anders leven af te weten. 

Nu goed, 'Omdat ik niet wou kussen...' is in de eerste plaats het verhaal over Hatice zelf, over de lastige weg die ze moet afleggen om haar leven weer op te pakken en zin te geven, over hoe onzichtbare wonden een ingrijpendere impact kunnen hebben, over onrealistische verwachtingen van de buitenwereld, over de zoektocht naar de dader.

Guy Didelez wist het zo te structureren dat je geboeid blijft lezen en dat je hoopt dat Hatice nu stilaan de ruimte krijgt om wat er drie en een half jaar geleden gebeurde definitief een plaats te geven.

zaterdag 14 september 2013

Marian De Smet, Rotmovie

Rotmovie is een adolescentenroman, gebaseerd op het idee van een roadmovie, of eerder nog, op Jack Kerouacs 'On the road', een referentie die letterlijk aan bod komt in het verhaal, als een flard metaverhaal. Het is niet het enige absurde aan dit boek.

Eppo en Tabby zijn elkaars tegenpolen. Allebei zijn ze op de loop voor hun gevoelens, voor hun opgekropte verdriet. Afweermechanismen genoeg: eindeloos praten, zwijgen en dagdromen, kwaad worden. Allebei zitten ze vast in een zuigend moeras. Tot er een hand wordt uitgestoken.

Heel wat interessante ideeën worden in deze Rotmovie met elkaar in contact gebracht. Eppo is de zoon van Anke en Hendrik, voor wie duurzaamheid een levenshouding is en die hun zoon opvoeden met een openheid die de Europese grenzen doet blozen. Wanneer Maarten, zijn pleegbroer, in Eppo's leven komt, worden die grenzen duchtig met voeten getreden. De twee jaar oudere zoon van een drugsmama is geen oen, maar pingpongen van het ene naar het andere pleeggezin heeft littekens nagelaten, littekens waarvoor hij zelf mee verantwoordelijk is, maar waar ook veel foutgelopen goede bedoelingen tussen slopen. Voor Eppo staat de wereld stil wanneer die van Maarten abrupt stopt met draaien.

De achttienjarige Tabby heeft een relatie met de twaalf jaar oudere Robby. Hoewel haar situatie heel wat minder uitgebreid aan bod komt, is ze minstens even boeiend, want hoeveel kans op slagen heeft zo'n relatie, vooral wanneer die Robby ook nog eens geregeld zes weken van huis weg is?

Rotmovie bevat wel een aantal verrassingen die ik niet wil verklappen in m'n bespreking. Ze geven het verhaal meer vaart en dat is iets wat roadmovies kunnen gebruiken. Marian De Smet weet met de nodige rijvaardigheid heel wat valkuilen te omzeilen, maar aan het eind van de rit blijft er nog heel wat onontgonnen terrein open liggen. 

Begrijp me niet verkeerd. Ondanks de wat flauwe titel is dit boek zijn KJV-nominatie zeker waard. De subtiliteit die de schrijfster aan de dag legt om de band tussen Eppo en Maarten weer te geven is bewonderenswaardig. Alleen hoop je dan al snel op nog meer diepgang en heb je nog naar heel veel het raden. Realistisch, dat zeker, en misschien een vervolg waard, maar ik bleef toch een klein beetje op mijn honger zitten, ondanks het niet onaardige einde.

maandag 9 september 2013

Sanne de Bakker, De kleine Mozart op wereldreis

Wolfgang Amadeus Mozart. Een naam die nog altijd tot de verbeelding spreekt. Genoeg in elk geval om tijdens onze reis naar Oostenrijk op zoek te gaan naar sporen van de wereldberoemde componist. 

 

Iets wat de kinderen wel kon boeien was de Europese tournee van Wolfgang en Nannerl. In het Geburtshaus in de Getreidestrasse in Salzburg was er heel wat over te lezen en te bekijken. 


'De kleine Mozart op wereldreis' is uiteraard een fictionalisering van wat de jonge Wolf zoal meemaakt. Sanne de Bakker blijft vrij dicht bij de realiteit (en vertelt aan het einde wat echt gebeurde en wat ze zelf verzonnen heeft). In het verhaal speelt heimwee broer en zus parten en is Wolfgang pas echt tevreden wanneer het gezin terug in Salzburg is.


Er zijn enkele stukken die wat op elkaar lijken, maar hoe kan het ook anders, met zo'n eindeloze rij concerten en bestemmingen? Meestal word je gewoon meegesleurd door het enthousiasme van de muzikale wonderkinderen en hun successen. De mooiste passages vond ik de beschrijvingen van de muziekstukken: heel beeldrijk, en zo verteld dat het lijkt alsof de jonge componist zich helemaal verliest in zijn muziek.


'De kleine Mozart op wereldreis' is het eerste van twee verhalen uit de bundeling 'De jonge Mozart'. Reken maar dat ik het tweede verhaal, 'De jonge Mozart en het complot in Wenen' ook nog lees.


donderdag 29 augustus 2013

Jen Campbell, Gekke dingen die klanten in boekwinkels zeggen

Ik kan me voorstellen dat je af en toe eens stoom moet afblazen wanneer je in een boekhandel werkt. Of dat je je lach moet bedwingen. Of dat je een brede rug kunt gebruiken.

Dat alles leid ik af uit de vele grappige situaties die beschreven worden in het merkwaardige boekje 'Gekke dingen die klanten in boekwinkels zeggen', verzameld door verkoopster en schrijfster Jen Campbell. 

Veel mensen lijken niet te beseffen dat er in een boekhandel boeken verkocht worden, dat het geen supermarkt is waar je ook melk, schoonmaakproducten of schroevendraaiers kunt vinden. Dat het geen bibliotheek is, of een plaats waar je je kinderen even kunt laten wanneer je boodschappen gaat doen.

Hilarische situaties bij de vleet, dus. 'Gekke dingen' is wat het zegt te zijn, niet meer, niet minder. Ze worden opgeluisterd met tekeningen en werden in drie hoofdstukken gegoten, één voor elk van beide boekwinkels waar Campbell werkte en een afsluitend deel voor ingestuurde reacties uit andere boekhandels. 

Veel mensen hebben de verzuchting gehad dat ze over situaties op het werk een boek zouden kunnen schrijven; Jen Campbell heeft dat in de praktijk gebracht. Met een luchtig en subtiel humoristisch werkje tot gevolg.

dinsdag 27 augustus 2013

Julian Barnes, Levels of Life

Twee boeken wilde ik zeker gelezen hebben tijdens de zomermaanden: 'Geschiedenis van een berg' van Peter Verhelst en deze 'Levels of Life' van Julian Barnes. 

Barnes is één van de auteurs bij wie je je afvraagt waarom je hem niet eerder hebt leren kennen. Eerder las ik 'England, England', een briljante roman over een geschifte projectontwikkelaar die alle belangrijkste bezienswaardigheden van Groot-Brittannië verzamelt op het Isle of Wight en daar een reuzepretpark van maakt. Eén van de grote vraagstukken in dat boek is de dualiteit tussen echt en fake. 

'Levels of Life' gaat over andere, diepgaandere kwesties, zoals de titel laat vermoeden. Strikt genomen is het ook geen roman. Barnes vertelt over de dood van zijn vrouw Pat Kavanagh, of liever, hoe hij met haar dood probeert om te gaan. 

Het boek is heel sober opgebouwd. De eerste twee hoofdstukken gaan over aeronauten. Ballonvaarders, zeg maar. Hoe ze grote risico's namen, maar meer bereikten. Ook over de nieuwe combinatie tussen twee ideeën, voorwerpen of mensen gaat het. Over Sarah Bernhardt en Fred Burnaby.

Het belangrijkste hoofdstuk is het derde, dat ongeveer de helft van het (dunne) boek beslaat. 'The Loss of Depth' laat raden waarover het gaat: 'grief', meer bepaald Julian Barnes' persoonlijke visie op zijn persoonlijke rouw. Hoe subjectief ook, hij slaagt erin om alles open te trekken, ruimer te denken, te objectiveren bijna. Hoe mensen reageren, denken te moeten reageren. Hoe je veronderstelt wordt om te gaan met verlies en hoe dat vaak niet overeenkomt met hoe je je voelt. Pakkend.

Stilistisch mooi is hoe de auteur de eerste twee hoofdstukken, over de ballonvaarders in het algemeen en de ongelukkige liefde tussen Mme Sarah en Captain Fred toepast op het relaas van zijn rouwverwerking. Nog mooier om te merken hoe innig de relatie tussen Barnes en Kavanagh moet geweest zijn. Knap bovendien hoe hij erin slaagt om heel subtiel en persoonlijk te schrijven, zonder de lezer het ongemakkelijke gevoel te geven dat je alles van hem weet. Daarvoor blijft hij te algemeen over specifieke gebeurtenissen, en zo hoort het ook.

Je wordt uiteraard niet vrolijk van 'Levels of Life', maar dat hoeft ook niet. Het opent deuren (of misschien slechts kieren) van begrip voor wie iemand verloren heeft. Dat is meer dan genoeg.

maandag 26 augustus 2013

David Whitley, Children of the Lost

Om de een of andere vreemde reden las ik dit tweede deel van de Agoratrilogie voor het eerste, heel wat maanden geleden al. Toen schreef ik al een bespreking. Nu ik eindelijk ook het begin van dit epische verhaal gelezen heb, werd het tijd om ook het verslag van deel twee online te zwieren. Bij deze:

"Wie dacht dat fantasyverhalen alleen over oppervlakkige vampierenromances kunnen gaan, heeft nooit de reis naar Agora gemaakt. 

Na een uit de hand gelopen ruzie komen Mark en Lily in het vredig ogende dorpje Aecer in het land Giseth terecht, waar de inwoners hen opvallend vriendelijk en gastvrij ontvangen. Omdat Lily's been een lange revalidatie tegemoet gaat, heeft het tweetal ruim de tijd om het dorp uitvoerig te verkennen. Terwijl Lily helemaal gewonnen lijkt voor het wat naïeve groepsgevoel dat de Gisethi bijeenhoudt, stelt Mark de meer kritische vragen. Een confrontatie kan niet uitblijven, maar ze is ingrijpender dan wie dan ook had verwacht.

'Children of the Lost' is het tweede deel van de Agoratrilogie en zonder het eerste deel te hebben gelezen, was ik aanvankelijk even verdwaald als Lily en Mark, maar Whitley weet zijn informatie zo precies te doseren dat je wel moet volgen. Alles begrijpen is ook voor de twee hoofdpersonages niet meer dan een nobel streefdoel, maar zowel lezers als personages leren zoveel bij dat het boek voorbijraast als een orkaan. Snel, maar ook bijzonder destructief. Tegelijk is het ook verrassend diepgaand en legt het, zoals alle degelijke fantasyverhalen (niet de rommel), heel wat kritisch-filosofische linken naar de wereld en het denken van het hier en nu.

Agora en Aecer staan duidelijk tegenover elkaar in wat de confrontatie stad-platteland lijkt, maar veel verder en genuanceerder blijkt. Ook individueel versus collectief speelt mee, met ondermeer een virtuose toepassing van Girards 'zondebokmechanisme'.

David Whitley maakt niet de fout voor één zijde te kiezen. Noch een individualistische, op macht en geld beluste, noch een collectieve samenleving biedt een solide houvast voor de angstige inwoners. 

Net die angst en hoe ermee om te gaan is het centrale gegeven van 'Children of the Lost'. Zijn we blind voor de waarheid en sussen we onszelf met zoethoudertjes en entertainment, of gaan we explosief de confrontatie met onze nachtmerries aan, op zoek naar 'waarheid', hoe lelijk die er ook mag uitzien?

'Children of the Lost' is onmiskenbaar een fantasyboek: magisch, vol actie en af en toe te heroïsch om waar te zijn, maar het is bovenal verschrikkelijk ingenieus uitgewerkt, spannend als echte nachtmerries en bovendien confronterend in zijn zoektocht naar het antwoord op enkele grote levensvragen.

Een derde deel? Ik had hem al besteld als dat kon."

John Green & David Levithan, Will Grayson, Will Grayson

Voor zover ik heb kunnen nagaan was 'Will Grayson, Will Grayson' het enige boek van John Green dat ik nog niet gelezen had. Hij schreef het samen met David Levithan, een andere Amerikaanse young adult writer van wie ik *blush* nog nooit gehoord heb, maar die vrij belangrijk schijnt te zijn (volgens de flaptekst).

Het boek heeft een afschuwelijk lelijke cover. Die schreeuwerige fluokleuren. Die blinkende letters. Yuk! Het verhaal is gelukkig heel wat aantrekkelijker. 

Will Grayson komt tweemaal in de titel voor, volgens de auteurs omdat ze hun redacteur wilden overtuigen om haar kindje zo te noemen, maar natuurlijk ook omdat het de naam is van twee hoofdpersonages. Niet 'de' twee hoofdpersonages, want dan ga je aan Tiny voorbij en laat dat nu iemand zijn aan wie je niet voorbij kunt. Niet als personage in dit boek en niet fysiek, want zijn personage is groot en kloek gebouwd.

Will Grayson 1 en 2 dus. Dat kan verwarrend worden, maar typografie doet soms wonderen. De een schrijft gebruikt hoofdletters, de andere niet. Probleem opgelost. Behalve dan dat deze twee heren, die elkaar aanvankelijk niet kennen, ook met elkaar verbonden moeten worden. Ze zijn allebei namelijk 'vriend van Tiny Cooper', maar beiden op een totaal verschillende manier.

Dat is meteen ook waar het hele boek rond draait. Tiny is een opvallende verschijning, niet alleen door zijn gestalte. Hoe vind je je positie tegenover zo een indrukwekkende verschijning? Kom je zelf in de schaduw te staan? Word je mee in de spotlights gedwongen? Beide Graysons worstelen op hun manier met die vraag.

Ik zal eerlijk zijn, zoals de eerste Will Grayson dat ook vijf minuten lang tegenover Jane probeert. Dit is niet de beste John Green die ik ooit las. Daarvoor is het happy end een beetje te kunstmatig. Daarvoor zijn de personages van Maura, Will Grayson 2, Gray en Gideon te weinig uitgewerkt. Daarvoor lijkt het boek te veel geconstrueerd.

Daar staat natuurlijk tegenover dat ik alleen nog maar goede en supergoede John Greens las. 'Will Grayson, Will Grayson' is geen Supergreen, maar nog altijd wel een boeiend boek, met spetterende dialogen, doorleefde emoties, schatermomenten en een aantal situaties die compleet over de top zijn. 

Graag had ik ook geweten hoe dat in zijn werk ging, dat schrijven met z'n tweeën. In het begin lijkt het evident: Green schreef het eerste hoofdstuk en Levithan het tweede. Dat lijkt duidelijk af te lezen uit de verschillende stijl van de twee Wills. Gelukkig voor het boek maar jammer voor mij vervaagt dat verschil vrij snel en lijkt het alsof beide schrijvers een gezamenlijke stijl ontwikkeld hebben. No complaints there...

Jammer dus dat je niet te weten komt wie Maura echt is, wat er tussen Will II en zijn vader fout liep, hoe Gray erin slaagde een geloofwaardige Will I neer te zetten of hoe Will II het leven van Gideon veranderde. Niet getreurd, want het boek telt nu al 275 (kleine) lettertjes en ik heb liever een volgend deel dan een exemplaar dat dubbel zo dik is... en nu maar hopen dat er snel een volgend exemplaar van de hand van John Green verschijnt.

dinsdag 20 augustus 2013

Malcolm Rose, The Tortured Wood

Een onheilspellend uitziend woud, een beitel, een jongen die buiten gekeken wordt op zijn nieuwe school, dat zijn enkele van de ingrediënten van Malcolm Roses thriller 'The Tortured Wood' voor jongeren. Rose is ook de auteur van 'Kiss of Death' en er vallen heel wat parallellen te trekken: een dun boekje over jongeren die grenzen overschrijden, daarbij de gevolgen al eens over het hoofd zien en keuzes moeten maken tussen goed of slecht. Dat kan heel moraliserend overkomen, maar gebeurt eerder ongedwongen.

Dillon wordt gepest door enkele jongens van zijn school. Hij probeert het zich niet overdreven aan te trekken en vindt een uitlaatklep in het maken van houtsculpturen... in het midden van het verboden bos. 

Het mooie aan zowel 'Kiss of Death' als aan dit boek is dat er geen letter te veel in staat. Alles past zoals de spreekwoordelijke puzzel. Het tempo ligt hoog. Er gebeurt de hele tijd vanalles, zodat het verhaal en de afloop onvoorspelbaar blijft.

Op de achterflap las ik dat Rose ook een boek schreef dat 'Clone' heet. Eens kijken of ik het ergens kan vinden...

maandag 19 augustus 2013

Ferdinand von Schirach, Der Fall Collini

Op reis in Oostenrijk probeer ik me met m'n schoolse Duits te behelpen. Begrijpen lukt wel, maar veel correcte zinnen zal ik niet vormen. Daarvoor beheers ik de naamvalregels onvoldoende. Gelukkig lijken Duits en Nederlands erg op elkaar en meestal begrijpen mensen wel min of meer wat ik bedoel.

Wat als ik nu eens een roman in het Duits zou proberen? Dat had ik twee jaar geleden ook gedaan. Toen had ik me een fantasyroman voor jongeren gekocht, iets met heksen. Grappig maar nogal puberaal en moeilijker dan je zou verwachten. Nu wou ik iets realistischer. Een thriller misschien. In een winkeltje dat in België Wibra of Zeeman of iets dergelijks zou heten zag ik hem liggen: 'Der Fall Collini'. Spontaan moest ik denken aan de tv-avonden vroeger bij ons thuis. Daar had Derrick bij gezeten, maar ook 'Ein Fall für zwei'. Om de een of andere reden was die laatste naam in mijn geheugen blijven hangen. 'De zaak Collini', zo zou je het dus moeten vertalen. 

De rest was nattevingerwerk. Inschatting. De cover sprak aan: sober, stijlvol. Het aantal pagina's viel mee: net geen tweehonderd. Op de achterflap één vraag: wat drijft een onberispelijk iemand ertoe een moord te plegen? (Ik vertaal even wat vrijer...)

Fabrizio Collini gaat een hotel binnen waar Hans Meyer hem een interview zou toestaan. Enkele minuten later heeft de eerste de tweede vermoord. Hij doet geen enkele moeite zijn daad te verbergen, hij vlucht niet, neemt de volle verantwoordelijkheid op. Alles lijkt zonneklaar. Alleen: wat is zijn motief?

De jonge advocaat Leinen moet diep graven om zijn cliënt te verdedigen. Niet alleen omdat de zaak op voorhand al verloren lijkt, maar vooral omdat het slachtoffer de grootvader is van zijn overleden jeugdvriend...

Of dat meeviel in het Duits? Absoluut. Natuurlijk begreep ik niet elk afzonderlijk woord, laat staan alle exacte juridische termen, maar het boek is zo helder geschreven dat het verhaal prima te volgen is. Alle informatie wordt netjes gedoseerd, de spanning keurig opgebouwd. Ook al is het einde in grote lijnen te verwachten, dit boek is schitterend geschreven en ik heb er geen second spijt van gehad.

donderdag 15 augustus 2013

David Whitley, The Midnight Charter

Beeld je een stad in waar alles te koop is. Beeld je het leven in van iemand die niets waard was, maar door een gelukkig toeval rijk wordt... Het is maar een facet van het veelzijdige verhaal van 'The Midnight Charter', het beste bewijs dat fantasy boeiend kan zijn en dat daarvoor geen draken, elfen, orks of dwergen voor nodig zijn.

Whitley schrijft voor tieners, maar hij behandelt ze niet als kleine kinderen. Zijn verhaal is filosofisch zonder aan vertelkracht in te boeten. Het is symbolisch zonder zijn spanning en mysterie te verliezen. Alles staat met alles in verband. Vragen worden beantwoord, maar roepen weer nieuwe vragen op. Ondertussen draait het spreekwoordelijke rad van fortuin alsmaar voort.

'The Midnight Charter' is een fantastisch boek. Het zit vol intrigerende maatschappelijke vraagstukken en stelt vragen bij pakweg het kapitalistische systeem of de hulp aan armen en verslaafden. Door gebruik te maken van tegenstellingen vermijdt Whitley bovendien in de val te trappen het antwoord zelf te willen doordrukken. Indrukwekkend eerste deel van de Agora-trilogie!

Walter Van de Velde, De Lichttoren. Het ware verhaal van Lili en Marleen.

Het VTM-feuilleton heb ik nooit gezien en daar heb ik ook absoluut geen behoefte aan. Dat is een vooroordeel, dat geef ik eerlijk toe, maar iets zegt me dat ik mijn eigen smaak hiermee juist inschat. Met het boek zijn natuurlijk twee belangrijke verschillen gemaakt: het medium is anders en het verhaal is echt gebeurd. Met enig voorbehoud besluit ik het een kans te geven...

Het eerste hoofdstuk is hard maar goed. Lili slaat met haar ouders op de vlucht voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar wordt door een wrede speling van het lot gebombardeerd tot wees. Letterlijk. Ze vindt een onderkomen in het ruwe Antwerpse Schipperskwartier, waar ze als boerendochter serieus uit de toon valt, maar zich op een merkwaardige manier weet te handhaven. Voor ze het goed en wel beseft raakt ze op een vreemde manier betrokken bij heel wat verschillende facetten van de oorlog.

Daarin ligt meteen ook de kracht van het verhaal. Lili's perspectief is ideaal om veel aspecten van de oorlog en de impact op het dagelijkse leven te schetsen. Lili zelf blijft er eerder oppervlakkig uitgewerkt onder. Ze evolueert wel als personage, maar blijft nogal eenzijdig. Dat geldt nog veel meer voor de andere personages. Gierige nonkel Rik, onuitstaanbare Nieke, vuilbekkende Ida, naïeve Hans... De clichés liggen voortdurend op de loer.

Toch was dit verhaal niet echt een tegenvaller. Het sappige Antwaarps stak geregeld tegen, maar gaf het verhaal tegelijk ook zijn couleur locale. De stereotype karakters deden misschien naar meer diepgang verlangen, maar brachten ook de nodige humor met zich mee. Vaak klonk het oorlogsverhaal nog te positief, maar het eerste en laatste hoofdstuk gaven er toch een scherp randje aan. Bovendien leest het als een trein, wat de balans positief deed overhellen. 

zondag 4 augustus 2013

Cyril Pedrosa, Portugal

Portugal. Ik ben er nog nooit geweest, maar het land staat hoog op mijn verlanglijst. Striptekenaar Simon Muchat kwam er ook nog niet vaak, maar wanneer hij er zijn familie gaat bezoeken, wordt hij langzaam verliefd. Het is een gevoel dat hij bij Claire de laatste tijd niet vaak meer heeft. Hun relatie steekt in de diepvriezer en het lijkt alsof ook Simon zelf apatisch is geworden. 

Hoewel heel het boek duidelijk over Simon gaat, krijgen in hoofdstuk twee en drie zijn vader Jean en grootvader Abel een belangrijke bijrol. Dat hoefde voor mij niet, maar ze zorgen ervoor dat Simon een nieuwe adem vindt. 

De kaft straalt het al uit: 'Portugal' baadt in sfeer. Kleur en taal spelen een grote rol. Door het warme geel en rood waan je je al snel in het zuiden en zeker de avonden en nachten zijn zeer aantrekkelijk ingekleurd. Minpuntje hierbij is dat sommige bladzijden moeilijk te lezen zijn, omdat ze nogal donker ingevuld werden. Het Portugees is nadrukkelijk aanwezig, maar het is pas wanneer het hoofdpersonage zelf zijn eerste pogingen doet de taal te leren, dat je je er als lezer op gaat letten. Dan valt de verwantschap met het Frans en vooral het Spaans op, begin je woorden te herkennen en kun je, net als Muchat, uit de conversaties de essentie opmaken.

'Portugal' telt heel wat prachtige bladzijden. Het zijn die pagina's waarin de kleuren je verleiden, of waar de conversaties helemaal juist zitten. Jammer genoeg moet je tussendoor heel wat minder bijblijvends doorploegen. Simons vele familieleden hield ik amper uit elkaar, de gezichten niet en de namen nog minder. Op nogal wat pagina's gebeurde weinig tot niets. Dat hoeft niet noodzakelijk een bezwaar te zijn, maar wanneer het te lang duurt, begint het toch te vervelen. Even heb ik het boek zelfs opzij gelegd, met de bedoeling het op te geven...

Een echte tegenvaller is 'Portugal' uiteindelijk niet geworden. Daarvoor zitten er te veel prachtige pagina's en plaatjes tussen. Misschien moet ik het boek nog eens opnieuw lezen, wat geconcentreerder misschien. Tot dan onthou ik vooral de zuiderse sfeer die de Portugezen, het Portugees en Pedrosa's Mediterrane kleuren bij me hebben achtergelaten.

donderdag 25 juli 2013

Sokal, Canardo 19 en 21, De asbestemming / Honingval

Canardo's hoef je niet in volgorde te lezen. Elk album heeft dezelfde ingrediënten die in wisselende hoeveelheden worden gecombineerd met nieuwe of oude personages. Opgewarmde kost? Af en toe, maar de basiskwaliteit is hoog genoeg om daar niet wakker van te liggen. 

Album 20 had ik nog gekocht, deze 19 en 21 ontleende ik voorlopig van de bib, in afwachting van een volgend bezoekje aan de stripwinkel.

Inspecteur Canardo is nog steeds zo cynisch en aangeschoten als altijd. In 'de asbestemming' krijgt hij de opdracht twee verwende kinderen van de pas overleden 'godfather' van de Belgische maffia te vergezellen op hun missie om hun vaders asse uit te strooien. De eenden krijgt het gezelschap van gouvernante Frida, die zich moet bekommeren om de opvoeding van het jonge duo. Dat blijkt geen overbodige luxe. Hun eerste reactie: "We zullen je wel even africhten, meid."

In 'Honingval' volgt Canardo Betty, een luxehoertje dat belast is met een missie: de cultuurminister van Belgamburg in diskrediet brengen. Ze stranden bij een verarmde adellijke familie en wat volgt is een treurige paringdans die alleen maar fataal kan aflopen.

'De asbestemming' was duidelijk de betere van de twee, met de vuilbekkende maffiose kinderen en 'juf Frida' in glansrollen, maar ook Godfried uit 'Honingval' heeft een weliswaar kleine, maar zalige plaats in het Canardo-universum: 'Ik drink altijd wijn bij mijn Nutella.'

woensdag 24 juli 2013

Peter Verhelst, Geschiedenis van een berg

Een dun boekje met een harde, oranje kaft en gouden letters. Niet meteen het boek dat ik spontaan op de toonbank zou leggen, ware het niet dat die blinkende letters de naam Peter Verhelst onthulden, volgens de achterflap 'onmiskenbaar een van de belangrijkste auteurs in de hedendaagse Nederlandse literatuur'. In tegenstelling tot een vergelijkbaar commentaar bij Herman Brusselmans, heb ik hierbij weinig kanttekeningen te maken. De manier waarop Verhelst schrijft is zo fascinerend en uniek dat ik alleen kan beamen... 

Hoe de zon door een vrouw heen kan vallen. Hoe dieren mensen kunnen worden. Hoe niets is wat het lijkt. Dat alles vertelt 'Geschiedenis van een berg', het verhaal van een Droomland waar mensen hun zorgen opzij zetten, zoals ze dat ook in een pretpark, een Tomorrowland of een fantasyfilm zouden doen. 

De ik-vertellers is één van de entertainers in dat paradijs. Weggeroofd uit zijn omgeving, ergens in Afrika, belandt hij in Droomland, waar hij getraind wordt om zijn natuurlijke instincten te verdringen. 

Zoals altijd weet Peter Verhelst dat heel suggestief-mysterieus en zintuiglijk te beschrijven, maar anders dan pakweg 'Tongkat', zijn bekendste roman, is 'Geschiedenis van een berg' toegankelijk genoeg om te begrijpen wat er aan de hand is, zonder dat alles van naaldje tot draadje moet worden verklaard. Dat is een van de redenen waarom ik zelfs een lelijk oranje boekje met gouden letters niet snel links zal laten liggen wanneer het van deze auteur afkomstig is.

dinsdag 23 juli 2013

Martha Holmes & Michael Gunton, Life - Extraordinary animals, extreme behaviour

Ze geven het zelf toe, de auteurs: dit boek bundelt een heleboel spectaculaire dieren die ook nog eens uiterst verbazingwekkende dingen doen. Dat heeft alles te maken met de documentaire 'Life', waar dit boek een geschreven neerslag van is. 

De volledige tiendelige reeks heb ik nog niet gezien, maar heel wat beeldmateriaal werd al gebruikt in andere reeksen van BBC Planet. Begrijpelijk, want het opsporen en filmen van veel van de dieren uit het boek is een moeilijke en dure grap.

Life, het boek, is een fascinerende reis door de dieren- en plantenwereld. Het vertrekt van relatief eenvoudige wezens en eindigt bij de chimpansees, onze nauwste verwanten. Vrij veel aandacht gaat, niet onterecht, naar zoogdieren, maar het hoofdstukje over planten was bijzonder indrukwekkend: over bamboe die zo snel groeit dat je ze bijna ziet opschieten, over wurgbomen, over insectenetende planten. Ik had het allemaal wel al eens gehoord of gezien, maar er even bij stilstaan doet realiseren hoe weinig evident het is. Probeer maar eens een lastige vlieg in huis te verschalken: hoe moeilijk is dat? Blijkt dat er planten zijn die erin slagen die lastige vliegen gewoon te vangen, in een soort kooi nog wel, die bovendien zo gemaakt is dat alleen de insecten met de juiste omvang worden gegrepen...



Die aandacht voor detail zorgt ervoor dat het boek een mooie aanvulling is op de filmbeelden. Bovendien kunnen Holmes en Gunton het zeer goed verwoorden en zijn hun teksten schoolvoorbeelden qua opbouw, zodat elk hoofdstuk een afgerond geheel is en je het boek makkelijk even opzij kunt leggen om weg te dromen over de ongerepte stukjes natuur die erin zijn vastgelegd.

zondag 14 juli 2013

Duval & Berthet, Nico 1, 2, 3

Retrofuturistisch. De term vond ik in een recensie van het eerste album; het begrip had me toen al lang in de ban. 

Stripverhalen vind ik pas geslaagd wanneer ze én mooie plaatjes brengen én een boeiend scenario neerzetten. Weinig reeksen voldoen aan dit dubbel criterium, maar Nico slaagt met brio voor allebei. 

Met de prachtige, retrofuturistische tekenstijl dus. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk af in de jaren zestig, tijdens de Koude Oorlog. De wereld van toen wordt aangevuld met hypermoderne voertuigen die zo uit hedendaagse sf-films of strips afkomstig lijken. 

Zelden slaag ik erin om een spionageverhaal volledig uit te zitten. De plot is te ingewikkeld en ik ben het begin al vergeten voor ik aan het midden ben. Niet zo bij Nico. Het is duidelijk, maar daarom nog niet altijd voorspelbaar wie waarbij hoort. Geloofwaardig is het allemaal niet, maar dat is ook niet wat je van deze reeks verwacht. 

De drie Nico-albums die tot nu toe verschenen heb ik in één tijdloos moment uitgelezen. Waar blijft nummer vier?

zaterdag 6 juli 2013

Mats Wahl, Zoek

Hilmer is onzichtbaar geworden. Tot zijn grote frustratie blijkt hij niet in staat om ook maar iemand duidelijk te maken dat ze niet naar hem op zoek moeten, want dat hij er nog altijd is. Beetje bij beetje wordt echter duidelijk dat dat laatste minder evident is dan het lijkt. Zal politierechercheur Harald Fors hem vinden voor de jongen voorgoed van de aardbol verdwijnt? 

'Zoek' gaat niet over onzichtbaar worden. Fors legt een misselijkmakende achtergrond van racistische haat bloot bij jongeren die beter zouden kunnen of moeten weten. Het zoeken naar de dader vertoont weinig of geen 'twists', waardoor je als lezer op het verkeerde spoor zou worden gezet. Dat zou het boek voorspelbaar kunnen maken, maar vreemd genoeg doet het dat niet. De korte zinnen houden het verhaal strak. Enkel de belangrijkste vragen worden beantwoord. Het einde mag dan open zijn, je weet eigenlijk genoeg om zelf te kunnen invullen hoe het verder gaat. Knap!

donderdag 4 juli 2013

David Dimbleby, How we built Britain

Als je de cover bekijkt, valt het al meteen op: David Dimbleby is een sympathieke opa. Nooit verlegen om een grapje, maar met een uitgesproken mening en een aangename manier van vertellen... Dat is allemaal meegenomen wanneer je je waagt aan een architecturale reis door Groot-Brittannië en door de tijd. 

'How we built Britain' begint in de Middeleeuwen en stopt morgen. Wat vertellen de gebouwen die intussen werden gezet over de mensen die er werkten, woonden of leefden? Veel, natuurlijk, maar lang niet alles. 

Om het boek volledig tot zijn recht te laten komen, maar vooral ook om zelf goed te blijven begrijpen wat er over welke gebouwen wordt gezegd, wisselde ik boek en BBC-documentaire met elkaar af: een hoofdstukje lezen, een aflevering van het programma kijken. Je krijgt zo zin om naar Groot-Brittannië op reis te gaan.

De mooie beelden, de toegankelijke aanpak en de goedgekozen voorbeelden zorgen ervoor dat het nergens saai wordt.

maandag 1 juli 2013

Arleston-Vatine, Cixi van Troy - Het geheim van Cixi 1, 2, 3

Een van de meest succesvolle fantasystripreeksen is ongetwijfeld Lanfeust van Troy, over een held met superkrachten in een sterrenstelsel waar het meest onooglijke wezen een speciale gave heeft. Verhaalstof genoeg, want naast de hoofdreeks loopt al een tijdje de 'Trollen van Troy' en de vervolgreeks 'Lanfeust van de sterren'. Niet slecht dus, dat in dat eindeloze universum het verhaal van Cixi beperkt is tot een afgebakend geheel van drie albums.

Cixi is sexy, maar heeft een rotkarakter. Ze is belust op macht en heeft niet altijd evenveel last van scrupules. In het eerste album komt ze terecht bij een groepje vrouwelijke zeerovers. Ze weet er haar plaats te veroveren, maar kan niet ankeren op zee en besluit naar Eckmül te trekken, in de hoop er 'haar' Lanfeust te vinden. De stad is echter in de handen gevallen van de oppermachtige Thanos. Ook goed, denkt ze, Thanos dan maar...

Over de inhoud wil ik nog niet te veel verklappen. Scenarist Christophe Arleston weet zoals altijd voldoende verrassingen in te bouwen. Knap ook dat hij deze trilogie volledig heeft 'ingeschoven' in het oorspronkelijke Lanfeustverhaal. Toegegeven, hij kan bij momenten heel sexistisch zijn, al doet hij tegelijk veel moeite om geëmancipeerd uit de hoek te komen. Het is het soort dubbelheid dat me ook overvalt wanneer ik lees over acties van Femen.

De tekeningen van Olivier Vatine zijn iets minder scherp dan die van de hoofdreeks, maar de dynamiek en het enthousiasme maken veel goed. 

Langer dan drie albums hoefde dit voor mij niet te duren, maar ik heb ze wel in één sessie na elkaar uitgelezen.

Eva Vriend, Het nieuwe land


Wat een vreemde gedachte moet dat geweest zijn: je krijgt er een stuk grondgebied bij dat je mag invullen zoals je het zelf wilt. Nederland kon die denkoefening maken aan het begin van de twintigste eeuw, toen de Zuiderzee werd afgesloten en het IJsselmeer werd. De nieuwe polders moesten de economie op gang trekken, voedsel voorzien in moeilijke tijden en een ideale samenleving tot stand brengen. De hamvraag: wie wordt toegelaten in het nieuwe gebied en vooral, wie niet?

Om duidelijk te maken hoe dat allemaal in zijn werk ging, gebruikt journaliste Eva Vriend het verhaal van Tinus, Wietske en Bets, drie mensen voor wie geen plaats was in dat nieuwe land. Ze vielen buiten de strenge selectiecriteria van selectieambtenaar Bram Lindenbergh. Ook haar eigen opa Vriend, die tegen de verwachtingen in wel een boerderij toegewezen kreeg, komt geregeld om het hoekje kijken. Tegelijk geeft ze ook een inkijk in haar zoektocht naar informatie over het onderwerp. Veel gegevens zijn verloren gegaan. Sommige archiefstukken mogen niet gepubliceerd worden. 

Het onderwerp ligt heel gevoelig, zo blijkt ook uit Vriends gesprekken met afgewezen aanvragers en mensen van het selectieteam: bij de eerste kritische vraag over het selectiebeleid verhardt meteen de sfeer, zo lees ik op pagina 107.

Alle belangrijke gebeurtenissen van de twintigste eeuw hebben uiteraard hun impact gehad op de nieuwe polders. De hongerwinter, de overstromingen in Zeeland, de recessie en de wederopbouw, het zijn factoren die mee bepalen wie er een plaats zal krijgen in het 'beloofde’ polderland.

Vriend doet er alles aan om een kritisch maar correct beeld te brengen. Daarom belicht ze de belangen van alle spelers. Je krijgt het verhaal van de pioniers, van de afgewezenen, de selecteurs, de politici. Klachten worden besproken en visies vergeleken. Haar sympathie voor wie afgewezen werd steekt ze niet altijd onder stoelen of banken: ‘Niemand vindt het leuk om te horen dat hij ergens niet goed genoeg voor is. Maar als er wordt gezwegen, wordt de kwelling vaak nog groter.’ (pagina 208)

'Het nieuwe land' is vlot geschreven. De kern van haar betoog wordt soms tot vervelens toe herhaald, maar tegelijk krijg je als lezer een boeiend tijdsdocument voorgeschoteld, waardoor je toch blijft lezen.