dinsdag 29 januari 2013

Maria Àngels Anglada, De vioolbouwer van Auschwitz


Daniel is vioolbouwer en niet zomaar een timmerman, zoals hij zelf eerst vertelde aan de kapo's van het beruchte uitroeiingskamp. Hij krijgt de opdracht een Stradivariusachtige viool te maken. Makkelijk is dat niet, maar de passie die Daniel voelt voor zijn werk houdt hem op de been wanneer de wereld rondom hem in een rottempo uiteen valt.



Met een recent bezoek aan Breendonk nog fris in het geheugen is 'De vioolbouwer van Auschwitz' een nieuwe onderdompeling in de onnoemelijke wreedheden van de Duitse overheerser tijdens WO II. De oerzakelijke fragmenten uit verslagen en correspondentie van SS'ers dragen bij aan de kille sfeer, terwijl de schaarse momenten van hoop bij Daniel het onnoemelijke leed van de gevangenen een beetje draaglijker moeten maken.

De kracht van dit boek zit dan ook vooral in hoe Daniel en zijn medegevangenen het kampleven ondergaan en de rol die muziek daarin kan spelen. Vanuit literair oogpunt is dit niet het beste boek dat ik ooit heb gelezen, maar de realistische beschrijving van het dagelijkse leven in Auschwitz maken het meer dan de moeite waard.

donderdag 24 januari 2013

Herman Koch, Het diner

In Nederland is Koch een bekende figuur, maar voor 'Het Diner' verscheen had ik nog nooit van hem gehoord. Het boek zelf is een opvallende verschijning, zo met die reusachtige kreeft op de cover. Niet dat er kreeft wordt gegeten, als ik het mij goed herinner. 

Het boek verloopt volgens de verschillende gangen van maaltijd in een luxerestaurant, aangevuld met de nodige flashbacks. Eenvoudig, maar efficiënt. Een combinatie die zich doorzet in plot en taalgebruik: het is allemaal vlot te volgen en te begrijpen en het lijkt bijna zonder inspanning tot stand gekomen, alsof Koch zijn roman van pagina 1 tot 301 chronologisch intikte, maar daarvoor is het te knap geconstrueerd. 

Aanvankelijk lijkt er weinig aan de hand. Claire en Paul gaan uit eten met Serge en Babette. Veel zin hebben ze er niet in, maar ja, hoe gaat dat met verplichtingen. Eén klein incidentje hangt als een enkele regenwolk in de lucht: Paul had zitten neuzen in de gsm van zoon Michel... Onnodig te zeggen dat er een onweer zit aan te komen.

Met de gegevens van dit verhaal had Herman Koch ook een thriller kunnen schrijven en dankzij het personage van Paul krijg je een vreemde inkijk in de gebeurtenissen. 

Toch gaat het allemaal een heel andere richting uit dan je verwacht en blijf je na de laatste bladzijde weliswaar met een verzadigd gevoel achter, maar tegelijk ook met het idee dat dit eten nog wel even nodig heeft voor het helemaal verteerd is.

dinsdag 15 januari 2013

DBC Pierre, Vernon God Little

Meestal wanneer iemand me zegt: "Dit moét je gelezen hebben", dan huiver ik al een beetje. Ergens belandt de titel wel in een hoekje van mijn geheugen, maar vaak blijft het er zitten, op z'n knieën, handen boven het hoofd. Ook Bookerwinner 'Vernon God Little' is zo'n 'moetertje' dat ik enige weerspannigheid voelde. Het verhaal kende ik al in grote lijnen, dus waarom zou ik het boek ook nog eens lezen?

Onzin natuurlijk, dat wist ik ook wel. Een dag of tien geleden ben ik er dan toch maar eens aan begonnen...

Vernon Gregory Little is geen doorsnee jongen. So what, wie wel in de Grote Literatuur? Probleem: hij wordt ervan beschuldigd zowat de halve school te hebben uitgemoord (klein beetje overdreven, maar toch). Alibi? Mmmm... Eigenlijk wel, maar laat dat nu bijzonder gevoelig liggen. Vernon heeft een stoelgangprobleem en dat zorgde voor een aantal complicaties. 

In een ideale wereld is zelfs een delicaat onderwerp snel van de baan, maar niet in Martirio, de plaats waar Little opgroeide. Een saaie plaats, waar je bij wijze van spreken al eens een paar medeleerlingen... Fout grapje, gezien de recente schietincidenten. 

En ja, het boek is zo grappig als er wordt beweerd. Op het gevaar af te veel prijs te geven: Vernon wringt zich in afschuwelijke bochten om een mogelijk compromitterend vuurwapen te verbergen. Tevergeefs: het wapen wordt gevonden. Klein detail: het is slechts één van de maar liefst negen wapens die opduiken in de zoekactie. Humoristisch? Ja, maar tegelijk een loeiharde sneer naar een maatschappij waar wapengeweld wordt verheerlijkt. Ter illustratie dit gênante filmpje. (Een woordje uitleg daarbij.)

Maar terug naar het boek. Eerlijk is eerlijk, DBC Pierre weet zijn lezers perfect op het verkeerde been te zetten. Heerlijk is dat. Minder prettig vond ik de soms wat langdradige passages wanneer Vernon geconfronteerd wordt met mams meidenclubje. De taal is dan weer doorbijten, want vrij platte Amerikaanse slang. Het draagt bij tot de couleur locale en het realismegehalte en het humoristisch effect, maar het is soms ploegen en gissen naar de juiste betekenis. Misschien moet ik maar wat meer Amerikaanse films zien.

Overall: geen spijt van gehad, want het bevat enkele schitterende scenes (Lasalle bijvoorbeeld, wat een heerlijk personage en wat een heerlijke 'twist'), maar toch een paar keer op een zandbank gelopen. 




zaterdag 12 januari 2013

Osamu Tezuka, Ayako


Een jaar of twee geleden zag ik in deSingel de voorstelling 'Tezuka' van Sidi Larbi Cherkaoui, een meesterlijk eerbetoon van een choreograaf aan de bekende mangatekenaar
Zelf had ik ook al wel eens iets van Tezuka gelezen. Niet 'Astroboy', zijn bekendste werk, maar de eerste delen van 'Boeddha'. Zoals de naam al suggereert, beschrijft de auteur daarin het leven van Boeddha.

'Ayako' is recenter, zeker in Nederlandse vertaling. Het gaat over de (invloed)rijke familie Tenge die zichzelf ten val brengt. Hoofdpersonage in het eerste deel is Jiro, die na zijn militaire dienst naar zijn geboortedorp terugkeert en zo een familiale bal aan het rollen brengt die pas aan het einde van het derde deel met een klap tot stilstand zal komen. 

Alleen al voor die briljante apotheose is 'Ayako' het lezen waard. Het meisje is tegen die tijd door zowat iedereen gebruikt en misbruikt. Vreemd is het hoe ze, als een echte antiheld, de hele tijd de speelbal is van alles en iedereen. 

Allemaal hebben ze iets op te biechten: de dominante 'pater familias(sen)', Ayako's broers en zus,... Niet helemaal onvoorspelbaar zijn het vooral de mannen die zich van hun lelijkste kant laten zien. Vrouwen die er tegen in gaan worden verstoten of vermoord, al was het maar om de 'goede naam' van de familie zuiver te houden.

Tezuka ontmaskert ze allemaal, met hun nobele bedoelingen, de ongeloofwaardige verklaringen, de hebzucht, de corruptie, de machtshonger...

Personages die het meest beklijven zijn de jongste broer Shiro, bijzonder intelligent en aanvankelijk met een groot rechtvaardigheidsgevoel, O-Ryo, die zwakzinnig is maar een sleutelrol speelt in het eerste boek, en Ayako zelf natuurlijk.

De Nederlandstalige bewerking is meer dan gewoon een vertaling. Geregeld wordt er wat achtergrondinformatie gegeven, zodat je weet hoe je de gebeurtenissen uit het Japan van de jaren dertig, veertig of vijftig moet interpreteren. Anders dan de meeste manga's lees je het boek van links naar rechts en van achter naar voor, maar dat komt misschien omdat het eerder een graphic novel dan een strip is.

De drie delen vormen één sluitend geheel. Ik ben dan ook blij dat ik ze meteen alledrie na elkaar heb gelezen... Tijd om 'Boeddha' nog eens te gaan zoeken.

dinsdag 1 januari 2013

Marnix Peeters, De dag dat we Andy zijn arm afzaagden

Geef toe, met zo'n titel heb je amper nog een boek nodig. De fantasie schiet al alle kanten op. Geen paniek, dat deed ze ook bij Marnix Peeters die dichter aanleunt bij Elvis dan bij Koen qua onderwerp en schrijfstijl, maar vooral een heel eigen 'smoel' heeft. Nu moet ik eerlijk zeggen dat het afzagen van ledematen, in films of boeken, het is al om het even, niet meteen mijn favoriete onderwerp kan genoemd worden. 

De lotgevallen van Werner Plöts zijn een aaneenschakeling van groteske 'sex and violence' en ik heb mijn wenkbrauwen meer dan eens gefronst. Dat ik het boek toch heb uitgelezen ligt waarschijnlijk aan de bizarre humor en het hoge verhaaltempo: elke keer het weer een beetje beter lijkt te gaan met Werner, komt hij weer in de stront te zitten, niet zelden letterlijk.

Onder de dikke laag 'pis- en kakhumor' schuilt het tragisch, bijna naturalistisch verhaal van een jongen die door iedereen in de steek gelaten of misbruikt wordt. Door de uitvergrote situaties (de activiteiten in de boomhut, het wrede spel van Maya en haar broer Li, de merkwaardige energiewinning van Ernest-Fritz en de zusters Crique) vergeet je soms dat er echt heel wat mensen moeten zijn die de ene tegenslag na de andere hebben, mensen die denken: "Soms flonkert het op, in het hart, en denkt men: dit geluk ontglipt mij nooit meer, maar degene die de hamer hanteert die men vervolgens hard in het gezicht geramd krijgt, spreekt met harde en heldere stem: droom maar voort, achterlijke. Het is niet voor u." (p. 264)

Het geeft me een dubbel gevoel. Enerzijds is het boek een geflipte puberale fantasie waarbij je vooral niet te veel mag nadenken en van de ene 'O nee' in de andere 'Yuk' valt. Anderzijds staat het lachwekkende en het boertige vaak een echte inleving in Werners miserie in de weg. 

Herman Brusselmans draagt Marnix Peeters op handen, vermoedelijk omdat hij een zielsverwant heeft ontdekt. Voor mij is 'De dag dat we Andy zijn arm afzaagden' een aangename afwisseling, maar er blijft wel een vies geurtje hangen.