maandag 6 april 2015

Rob Van Essen, Hier wonen ook mensen

Waarom kan ik niet genieten van 'Hier wonen ook mensen'? Het openingsverhaal -kort, clever en verrassend- was toch niet zo slecht? Het verhaal met de vier dames gedurfd, dat over de spinnen beklijvend? 

De personages zijn vaak merkwaardige figuren. Ze jagen een droom na, een illusie of een waanbeeld. Sommigen zijn -erger nog- lang geleden daarmee opgehouden. Bijna allemaal ontdekken ze dat het leven vol teleurstellingen en tegenslagen zit. De verteller is vaak een kind of een wat naïeve man. Ze raken zijdelings ergens bij betrokken, maar lijken niet echt deel uit te maken van de belangrijkste gebeurtenissen, alsof ze die niet helemaal begrijpen. 

Slecht geschreven zijn de verhalen absoluut niet. In telkens maximum veertig bladzijden -maar meestal veel minder- staat geen komma of koppelteken te veel. Elk element wordt gebruikt voor de plot of de sfeer. Van Essen verrast en zet -meestal- op het verkeerde been. Qua originaliteit laat hij iedereen het nakijken. Minder dan drie sterren toekennen is hem onrecht aandoen. 

Toch raakt het me niet echt. Het is alsof ze té onderkoeld, té afstandelijk geschreven zijn. Wat me ook soms stoorde: net de vragen waarop je het antwoord met alle geweld wil weten bleven onbeantwoord, terwijl andere aspecten uitvoeriger werden belicht. 

Ik hou van verrassing en originaliteit, maar het harde, naar het cynische neigende in veel verhalen in deze bundel is aan mij niet besteed.

Joost De Vries, Vechtmemoires

Drie posts op het forum van de Gouden Boekenuil over deze aaneenrijging van essays en recensies:


Een vijftigtal bladzijden heb ik intussen gelezen van deze 'Vechtmemoires'. Ik heb geleerd Grunbergs romans op een andere manier te bekijken. ('Het bestand' heb ik net uit. Het verscheen na 'Vechtmemoires' en het is interessant om te zien hoe de analyse van De Vries er deels wel, maar deels ook niet op van toepassing is.) De uiteenzetting over ironie en hipsters vond ik heel wat minder beklijvend. Wel mooi vond ik de openingstekst: jeugdherinneringen over een wildebras, een fanatiek vechtersbaasje. Mijn voorlopig oordeel? Het kan nog alle kanten uit met deze bundel. Enerzijds heb ik geregeld het gevoel dat de auteur graag uitpakt met zijn eruditie, anderzijds geniet ik ook van de ongewone en intelligente andere kijk op om het even wat. Hopelijk wint de fascinatie het van de irritatie.


(als reactie op een andere lezer): Veel mensen zullen het oneens zijn met me, maar ik vond het wel de moeite om de verwijzingen en het af en toe wat pedante toontje erbij te nemen. De auteur heeft een heel uitgesproken mening, maar hij weet die ook treffend te verwoorden. Ook heb ik niet het gevoel dat hij echt wil 'uitpakken' met zijn belezenheid, maar dat hij nu eenmaal veel gezien en gelezen heeft en dat allemaal in zijn verhaal wil betrekken. Hopelijk valt het uiteindelijk toch mee...


'Vechtmemoires' is het tweede boek dat ik uit heb. Eerlijk gezegd had ik vooraf nogal lage verwachtingen. Wat zou het mij interesseren wat de auteur vond van een tv-serie die ik nooit gezien heb, van een politicus over wie ik amper iets weet of een schrijver wiens boeken me al werden aangeraden maar van wie ik nog nooit iets las? Net daarin slaagt Joost de Vries: boeiende ideeën brengen naar aanleiding van culturele fenomenen, op een manier die tot nadenken stemt, in een stijl die vlotheid en een treffende verwoording perfect combineert. Hij neemt daarbij geen blad voor de mond, maar is dat niet net een uitstekende eigenschap voor een criticus? Of hij daarmee ook de Gouden Boekenuil voor de tweede keer wint? Even scrollen langs de sterren die al werden uitgedeeld door de Lezersjury doet het tegendeel vermoeden. Voor mij mag het, want ook al hoef ik het niet met de Vries eens te zijn, hij heeft me op een andere manier doen kijken naar en nadenken over authenticiteit, feminisme, literatuur, ja zelfs over zin geven aan je leven. Ik begrijp de negatieve reacties. De eenheid in het boek laat zich niet makkelijk vinden, maar zit volgens mij in het thema van het boek: hoe gaan we om met het gevecht dat leven heet. Gaan we er voluit voor, ook al betekent het dat we, zoals in de re-enactment van Waterloo meteen in het stof bijten, of blijven we, zoals veel van de personages uit de werken die de auteur bespreekt, aan de kant blijven staan?

Mark Schaevers, Orgelman

De eerste in een reeks van vijf boeken die ik las als lid van de Lezersjury voor de Gouden Boekenuil. Dit waren mijn impressies en mijn eindoordeel:

Met het aanstekelijke enthousiasme van Friedl' Lesage en de collega-lezers van de Lezersjury nog in de poriën ben ik gisteravond nog aan 'Orgelman' begonnen. Met amper 30 bladzijden kan ik niet veel meer dan een eerste impressie geven. Een joods schilder die met zijn vrouw in Oostende terechtkomt en er kennismaakt met James Ensor tijdens een carnavalsviering, een constante zoektocht naar een veilige thuishaven... Dat zijn de elementen die tot nu toe wat blijven hangen. Overdonderd of weggeblazen ben ik nog niet, maar daarvoor is het ook nog veel te vroeg. Zin om erin voort te lezen heb ik voorlopig nog wel...

Nog 111 bladzijden heb ik te lezen, maar mijn oordeel begint vastere vorm te krijgen. Orgelman is een indringend schilderij en een boeiend boek. Wel heeft het een hele tijd geduurd voor ik mijn weg begon te vinden door het doolhof eigennamen. Pas na een tweehonderdtal bladzijden begon er meer vaart in te komen, vooral omdat er vanaf dan ook meer gebeurt. De research die journalist Schaevers gedaan heeft ter voorbereiding van dit werk is niet minder dan indrukwekkend. Wanneer Nussbaum bij wijze van spreken zijn zakdoek is verloren, is de auteur ze gaan zoeken. Dat bedoel ik niet oneerbiedig, maar de grondigheid van het onderzoek zorgt er soms voor dat je als lezer het gevoel hebt te verdrinken in een oceaan van namen en referenties... en dan had ik nog het geluk dat ik een beetje mijn weg ken in de schilderkunst van het begin van de twintigste eeuw, dat ik recent de Dossinkazerne en Breendonk heb bezocht, in Oostende heb gewoond en vorig jaar nog in Berlijn was. Dat het boek vlot geschreven is, valt niet te betwijfelen. De zinnen en hoofdstukken zijn voldoende kort, de citaten naadloos verweven met de tekst, de formuleringen meestal fris. Of het allemaal ook literair is, daar heb ik, net als Kris Minne, mijn twijfels wat bij. Het mooiste aan het boek vind ik het idee dat iemand zijn leven kunt reconstrueren en op die manier probeert teniet te doen wat de nazi's verwoest hebben. Al bij al heb ik dit 'boek met de prentjes' graag gelezen ben ik benieuwd hoe het eindigt.

Sterrentijd. Nussbaums schilderijen geef ik er vijf. Ik wil ze graag in het groot, 'in het echt' zien, elk detail in me opnemen, zoeken naar betekenis en symboliek, er de kwinkslagen en verwijzingen in zien die Mark Schaevers in 'Orgelman' aangeeft. En het boek? Even dacht ik dat het hoofdstuk 'Feniks', de epiloog als het ware, een gigantische anticlimax vormde. Toen merkte ik dat de auteur er ook daar in geslaagd is om alle losse eindjes zo veel mogelijk te verbinden, om ondanks de voor de hand liggende verwachtingspatronen toch nog heel wat te verrassen en het verhaal van Nussbaum en zijn oeuvre met een orgelpunt te laten eindigen. Zelfs de bibliografie heb ik (diagonaal) gelezen. Heel wat namen uit het boek passeren opnieuw de revue. Logisch natuurlijk, maar het zorgt er ook voor dat ik me weer heel wat passages herinner die ik al bijna vergeten was. Nog even blader ik langs de vele gouaches en doeken, voor ik tevreden vier sterren inkleur.

Arnon Grunberg, Het bestand

Kun je uitsluitend online bestaan? In 'Het bestand' komen sommige personages aardig in de buurt. Grunbergs recentste is even geflipt als zijn vele voorgangers, maar op een vreemde manier word je toch constant voortgestuwd en blijf je de pagina's aaneenrijgen tot je ergens in de buurt van de achterflap strandt, boven komt drijven en naar zuurstof hapt. Ik heb het boek zelfs vrij graag gelezen, al ben ik intussen, drie weken verder, het meeste vergeten.

woensdag 1 april 2015

Annelies Verbeke, Dertig dagen

'Dertig dagen' gaat over goedheid. Dat heeft de auteur gisteravond zelf verteld toen ze te gast was in de Boekuil. Ze zei ook dat het haar meest muzikale boek tot nu toe was, ritmisch ook. Het gaat over Alphonse, een Senegalees die met zijn vrouw Kat vanuit Brussel naar de Westhoek verhuisde, een streek die volgens Kat vooral de dood in leven houdt. 

Zelf is Alphonse heel levenslustig en 'te goed voor deze wereld'. Overal waar hij gaat schilderen of behangen vertellen mensen hem hun problemen, alsof ze op hem hebben zitten wachten. Daar moeten problemen van komen, of toch niet?

'Vissen redden', Verbekes vorige roman, heb ik heel wat minder graag gelezen. Misschien ligt het aan het hoofdpersonage, het 'fotonegatief' van Alphonse Bahji. Net als veel nevenpersonages hou ik wel van zijn positieve manier om in het leven te staan, zonder blind te zijn voor wat er zoal fout gaat. Zijn relatie met Kat is er een om jaloers op te zijn, ook al gaat het niet altijd over rozen.

Annelies Verbeke las in de Boekuil drie fragmenten voor: het begin, een stukje bij de ruziënde buren en het begin van het erotisch verhaal dat ze voor Humo schreef en in het boek verwerkte. Op die manier 'herlas' ik enkele pagina's en kon ik nog eens opnieuw genieten van de subtiele finesse die van de bladzijden spat. Mooi is een understatement