Wat een vreemde gedachte moet dat geweest zijn: je krijgt
er een stuk grondgebied bij dat je mag invullen zoals je het zelf wilt.
Nederland kon die denkoefening maken aan het begin van de twintigste eeuw, toen
de Zuiderzee werd afgesloten en het IJsselmeer werd. De nieuwe polders moesten
de economie op gang trekken, voedsel voorzien in moeilijke tijden en een ideale
samenleving tot stand brengen. De hamvraag: wie wordt toegelaten in het nieuwe
gebied en vooral, wie niet?
Om duidelijk te maken hoe dat allemaal in zijn werk ging,
gebruikt journaliste Eva Vriend het verhaal van Tinus, Wietske en Bets, drie
mensen voor wie geen plaats was in dat nieuwe land. Ze vielen buiten de strenge
selectiecriteria van selectieambtenaar Bram Lindenbergh. Ook haar eigen opa
Vriend, die tegen de verwachtingen in wel een boerderij toegewezen kreeg, komt
geregeld om het hoekje kijken. Tegelijk geeft ze ook een inkijk in haar
zoektocht naar informatie over het onderwerp. Veel gegevens zijn verloren
gegaan. Sommige archiefstukken mogen niet gepubliceerd worden.
Het onderwerp
ligt heel gevoelig, zo blijkt ook uit Vriends gesprekken met afgewezen
aanvragers en mensen van het selectieteam: bij de eerste kritische vraag
over het selectiebeleid verhardt meteen de sfeer, zo lees ik op pagina 107.
Alle belangrijke gebeurtenissen van de twintigste eeuw hebben
uiteraard hun impact gehad op de nieuwe polders. De hongerwinter, de
overstromingen in Zeeland, de recessie en de wederopbouw, het zijn factoren die
mee bepalen wie er een plaats zal krijgen in het 'beloofde’ polderland.
Vriend doet er alles aan om een kritisch maar correct
beeld te brengen. Daarom belicht ze de belangen van alle spelers. Je krijgt het
verhaal van de pioniers, van de afgewezenen, de selecteurs, de politici.
Klachten worden besproken en visies vergeleken. Haar sympathie voor wie
afgewezen werd steekt ze niet altijd onder stoelen of banken: ‘Niemand vindt
het leuk om te horen dat hij ergens niet goed genoeg voor is. Maar als er wordt
gezwegen, wordt de kwelling vaak nog groter.’ (pagina 208)
'Het nieuwe land' is vlot geschreven. De kern van haar
betoog wordt soms tot vervelens toe herhaald, maar tegelijk krijg je als lezer
een boeiend tijdsdocument voorgeschoteld, waardoor je toch blijft lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten