zaterdag 30 maart 2013

John Green, Een weeffout in onze sterren

Stom genoeg heb ik John Green pas recent ontdekt. De Amerikaanse auteur schrijft namelijk het soort boeken dat ik dolgraag als zeventienjarige had gelezen, maar het goede aan Green is dat hij je ook raakt wanneer je geen puber meer bent.

'Een weeffout in onze sterren' is het vierde boek dat ik van hem lees, na 'Het grote misschien', '19x Katherine' en 'Paper Towns'. Een snelle surf leert me dat ik alleen nog 'Will Grayson, Will Grayson', zijn samenwerking met David Leviathan over heb... Om de een of andere reden las ik ze alle vier in Nederlandse vertaling, terwijl ik dat bij Engelstalige boeken meestal vermijd... 

Net als de andere drie werken is 'Een weeffout in onze sterren' een stomp in de maag, van het goede soort. 

Hazel is een medisch wonder, maar de uitzaaiingen zijn niet weg. Of ze in leven blijft hangt af van buisjes en medicatie. Op de leeftijd dat ze zelf haar weg wil zoeken, is ze meer dan ze leuk vindt afhankelijk van haar ouders. 

Om haar mam te plezieren gaat ze naar een zelfhulpgroep, waar ze Augustus Waters leert kennen. Hij is dol op action games, zij op het boek 'Een vorstelijke beproeving'. Om Hazel te plezieren leest Augustus het ook en net als zij blijft hij met heel wat vragen zitten. Abrupter kan een boek namelijk niet eindigen: midden in een zin. Het hoofdpersonage sterft, dat veronderstelt Hazel, maar hoe loopt het af voor haar moeder en haar moeders nieuwe vriend? 

Het zijn vragen waar het duo ook mee worstelt. Hoe moet mijn familie straks verder als ik er niet meer ben? 

Het thema is filosofisch en hard en dat mag en moet. Green verstaat gelukkig de kunst om perfect te doseren. Bovendien hanteert hij een geniale vorm van galgenhumor op tienermaat. Zo krijgt elke stomp in de maag een zalfje en een massage.

Ligt het universum echt wakker van ons? Schudden wij het universum wakker? Heeft het leven zin? Een betekenis? Het zijn vragen die iedereen zich stelt. Het zijn vragen die Green elke keer opnieuw stelt. En elke keer opnieuw beantwoordt. Of ik dat erg vind? Niet echt. Of liever: echt niet!

maandag 18 maart 2013

Haruki Murakami, De broodjesroofverhalen

Haruki Murakami is een van de groten van de hedendaagse literatuur. Ik leerde hem kennen door 'Norwegian Wood', het enige werk van hem dat verfilmd werd.

De broodjesroofverhalen is een dun boekje, ongeveer tachtig pagina's, alles inbegrepen. Het eigenlijke verhaal heeft er niet veel meer dan dertig, want het werd rijkelijk geïllustreerd met goudgroene prenten van Kat Menschik. Die prenten zijn kunstwerkjes op zich, op het randje van kitcherig met al dat blinkende goud, maar toch mooi en mysterieus genoeg.

Ook de twee verhalen baden in eenzelfde tweestrijd. De man die alles vertelt overvalt een bakkerij met een vriend in het eerste verhaal en biecht alles op aan zijn vrouw in het tweede. Het een en ander loopt niet zoals hij het had verwacht...

Mag je een overval plegen als je een onstilbare honger hebt? Zijn er geen andere, betere manieren om aan eten te geraken? Kan een 'vloek' je leven bepalen? Kan muziek de wereld redden? Interessante vragen die maar een half antwoord krijgen. Dat is wat je kan verwachten bij Murakami.

Eerlijk gezegd lees ik nog het liefst zijn romans, maar raak ik toch ook elke keer geboeid door zijn korte verhalen. De broodjesroof is heel toegankelijk en voor wie meerdere Murakami's gelezen heeft zelfs een beetje voorspelbaar. De oorspronkelijke teksten dateren dan ook al uit de jaren '80. Hoog tijd dat ik 1q84 eens uit de kast neem en daarin begin te lezen! Of hoe de broodjesroofverhalen smaken naar meer...

maandag 4 maart 2013

Arnon Grunberg, De man zonder ziekte

Vooraan in Grunbergs recentste worp staat een lijstje met al zijn werk. Ik dacht dat ik al meer boeken van hem had gelezen, maar ik kwam niet verder dan drie: 'De mensheid zij geprezen', 'Tirza' en nu dus ook 'De man zonder ziekte'. 'Onze oom' staat al een paar jaar geduldig op de boekenplank te wachten.

De Inktaap indachtig, besloot ik dit jaar maar eens een aantal titels te lezen die genomineerd zijn voor de Gouden Boekenuil of de Libris Literatuurprijs. Grunberg was een van de bekendste namen ertussen en het boek lag naar mij te lachen in de bibliotheek. Twee goede redenen om met 'De man zonder ziekte' te beginnen. De titel was dat veel minder...

Centraal in het verhaal staat de jonge en wat naïeve architect Samarendra, geboren en getogen in Zwitserland, maar met Indische roots. Door enkele vreemde gebeurtenissen komt hij eerst in Bagdad en later in Dubai terecht om er enkele ambitieuze architecturale plannen ten uitvoer te brengen.

Het gaat mis. Natuurlijk gaat het mis. Alleen is het niet meteen duidelijk waar precies. Er zijn enkele ongewone gebeurtenissen, maar op zich weinig verontrustends, en dan ineens zit Sam tot over zijn oren in de problemen... Net als het hoofdpersonage zelf, had ik niet helemaal begrepen wat er fout liep. Meer dan hem was ik wantrouwig en had ik bepaalde vermoedens. Of ik het dan beter had gedaan dan Samarendra? Geen idee. Het is duidelijk dat hij misbruikt werd, maar hoe, waarom en door wie blijkt pas wanneer het al te laat is... en dan nog.

De personages in Arnon Grunbergs boeken, toch degene die ik al gelezen heb, hebben vaak enkele bizarre trekjes. Dat is bij Samarendra niet anders. Relaties liggen moeilijk, de eenzaamheid loert altijd ergens om de hoek of zit verstopt in een reiskoffer, onder het bed, in een fles whisky... Om al die redenen is het moeilijk je met het hoofdpersonage te identificeren. 'De man zonder ziekte' is mooi zoals een kunstwerk uit een ander tijdperk mooi kan zijn: het is knap gedaan, maar het doet je niet zo heel veel.

Net als bij 'Tirza' vroeg ik me geregeld af hoe anderen de situatie bekeken. Daarover kom je weinig te weten, want de auteur volgt alleen Samarendra. Hoe gaat Nina om met het vreemde gedrag van haar man? Wat denkt Sams moeder? Wat gaat er om in het hoofd van zijn gehandicapte zus? 

Zo blijkt Grunbergs kracht tegelijk zijn zwakte: hoe subtiel en treffend hij zijn hoofdpersonage ook neerzet, ik had de hele tijd het gevoel iets te missen, al was dat misschien gewoon de bedoeling van de auteur: weergeven hoe veel mensen vandaag alles hebben wat ze maar willen en toch nog altijd een gevoel hebben van iets te missen.

Ik gun Grunberg zijn zoveelste bekroning, maar ik vermoed dat ik toch op iemand anders zal stemmen dit jaar.

zaterdag 2 maart 2013

Sokal, Canardo: een flater van formaat

Canardo! Op de een of andere manier heb ik het altijd al gehad voor die geschifte eend. Hij is een soort privédetective, maar van het niet-fanatieke soort. Zijn bedoeling is meestal wel om de zaak op te lossen, maar vooral als hij er zelf beter van wordt. Zijn idealisme is immers al een paar decennia geleden in de berm beland en daar blijven stinken.

Neen, Sokal is niet meteen bekend om zijn positieve wereldbeeld. In de wereld van inspecteur Canardo viert de corruptie feest en dat is in 'Een flater van formaat' niet anders. 

De flater waarvan sprake komt van inspecteur Garenni, een vriend van Canardo. Tijdens een bankoverval wordt een collega, inspecteur Balegoot, omgebracht met het wapen van Garenni, die zich tot kort daarvoor was gaan bezatten op café. Canardo wacht de bijna onmogelijke taak te bewijzen dat het allemaal een fatale vergissing was, dat Garenni Balegoot nooit uit de weg had willen ruimen. Canardo's vriend kan het niet meer aan en stort zich met verdubbelde moed op de alcohol.

Sokal moet het vooral hebben van sfeer, meer dan van de plot. Wie Balegoot vermoordde is ondergeschikt aan de beklemmende onderdompeling in de criminele wereld waarin het niet meer zo duidelijk is wie agent is en wie maffioso (of maffiosa). De pers wordt evenmin gespaard. 

'Een flater van formaat' is een gitzwarte kritiek op de dubbelzinnige rol van corrupte 'rechtsdienaars' en opdringerige journalisten zonder scrupules. Idealen worden met doodsverachting op een grote afvalbelt gekieperd. 

In dit Canardoavontuur viert het cynisme (zoals wel vaker) hoogtij. Een aantrekkelijke wereld is het niet, maar ze werd wel heerlijk in beeld gebracht!