zondag 28 december 2014

Veronica Roth, Divergent

The Hunger Games, dacht ik. De zoveelste tienertrilogie die wordt opgeklopt en de hemel in wordt geprezen. 'Divergent' vertoont parallellen met de eerste en is een populaire jongerenfilm, daar valt niet aan te tornen. Gelukkig slaagde het boek er hoofdstuk per hoofdstuk ook in mijn vooroordelen opzij te schuiven.

Goed, de basisingrediënten zijn er: een knappe zestienjarige op een sleutelmoment in haar leven, een initiatieritueel, verschillende groepen waartoe je al dan niet behoort, een ontluikende liefde. Tot daar is alles redelijk voorspelbaar. 

Waarom ik het boek toch de moeite vond? Omdat alles lijkt te kloppen, omdat je zo intens meeleeft met Tris, ondanks het soms bijna melige. Omdat de maatschappij die Roth oproept sterk lijkt op de onze, omdat ze daar interessante vragen bij stelt. Omdat het lekker weg leest, zelfs al is het dus inderdaad bij momenten voorspelbaar...

Amélie Nothomb, De hongerheldin

Weinig boeken lees ik in één keer helemaal uit. De schrijfster bij wie dat me het beste lukt is zonder twijfel Amélie Nothomb. Haar boeken zijn dun, dat is waar, maar haar manier van vertellen zo achteloos dwingend, haar inzichten zo grappig en scherpzinnig tegelijk, dat je wel moet meegesleurd worden: 
"Op een dag vertrouwde ik haar in een vlaag van passie de verschrikkelijke waarheid toe: 'Weet je, ik ben Belgisch.' Marie gaf me toen een overtuigend bewijs van haar vriendschap. Op gedempte toon verklaarde ze: 'Ik zal het tegen niemand zeggen.'"
'De hongerheldin' is een autobiografisch boek over haar kindertijd als dochter van een diplomaat. Ze woont afwisselend in Japan, China, de VS, Bangladesh en Laos, om uiteindelijk in België te belanden. Rode draad in het verhaal is Amélies honger, ruim te interpreteren, en hoe dat gevoel het leven van mensen over de hele wereld bepaalt.

Dit boek is niet zo pakkend als pakweg 'Antichrista', maar niettemin fascinerend omwille van haar ongewone kindertijd. Leg het naast 'Met angst en beven' of 'De verloofde van Sado' en je krijgt een intrigerend beeld van een intelligente vrouw die fantastisch goed kan schrijven.

zaterdag 22 november 2014

Linzi Glass, Ruby Rood

Dat het een goed boek was, had ik al op meerdere websites gelezen. Dat was ook de reden dat ik het jaren geleden had aangekocht. Zoals wel eens vaker gebeurt met mij, was het er nog niet van gekomen het ook effectief te gaan lezen. Tot iemand het me aanraadde en het nu echt tijd werd om het vast te nemen.

Ruby is een populaire tiener zonder dat ze dat echt zelf wil. Daarvoor moet ze namelijk net te vaak de schijn ophouden dat alles prima is zoals het is. Wanneer ze Julian, een zwarte kunstenaar, ontmoet, vriendschap sluit met de Afrikaanstalige Loretta en verliefd wordt op haar broer Johann, wordt ze geconfronteerd met het echte leven in Zuid-Afrika in de jaren zeventig, waar apartheid diepe bressen slaat, niet alleen tussen blank en zwart, maar ook tussen vriendinnen. Gelukkig blijft er altijd ook plaats voor onverwachte ontmoetingen en vriendschappen, over de grenzen van ras of klasse. 

Wanneer ik dat hier zo allemaal tik, klinkt het ongelooflijk cliché en zelfs een beetje geconstrueerd: Ruby ontmoet zowel de onderdrukte zwarten als de Afrikaanssprekende blanke onderdrukkers, maar tijdens het lezen valt het amper op en stoort het nog minder. Omdat Ruby op een kruispunt tussen culturen leeft, is het niet meer dan normaal dat ze met heel uiteenlopende mensen in contact komt. 

Hoe meer het meisje bewust kiest tegen discriminatie en onrecht, hoe meer ze tegengewerkt wordt. Als maatschappijkritiek kan dat tellen: hoeveel makkelijker is het niet om gewoon mee te lopen met alle anderen, zonder ergens goed over na te denken? Het is geen vraag uit de jaren zeventig alleen; ze is ook vandaag nog brandend actueel.

Veel verrassende inzichten over racisme ben ik in dit boek niet tegengekomen. Had ik ook niet verwacht. Eigenlijk krijg je niet eens zo gek veel informatie over wat er zich allemaal heeft afgespeeld in Zuid-Afrika, hoe het zo ver is kunnen komen, hoe verregaand sommige maatregelen waren. Dat is tegelijk ook de kracht van het boek: het beeld dat je krijgt is het beeld dat een tienermeisje van de politieke situatie in haar land zou kunnen hebben, niets meer, maar zeker ook niet minder. Ze is heel geëngageerd, maar voor de rest ligt ze van dezelfde dingen wakker als miljoenen leeftijdsgenoten van haar: met wie ga ik naar het galabal, welke kleren trek ik daarvoor aan, zien mijn ouders me nog graag, heb ik wel genoeg vriendinnen? Het mooie van 'Ruby Rood' is dat alles zo evenwichtig is opgebouwd dat je alles mee lijkt te beleven, dat het niet overdadig wordt.

Topmomenten te over, trouwens: Ruby's gesprek met de tuinman, Julians expo, Loretta's Afrikaans-Engelse telefoongesprekken met Ruby... Een aangrijpende roman met een enigszins verrassend einde.

zondag 9 november 2014

Ilja Leonard Pfeiffer, La Superba

Wat moet je denken van een roman die zichzelf interpreteert: deze metafoor heeft die betekenis? Van een donker doolhof dat Genua heet, bijgenaamd 'La Superba', en bevolkt wordt door hoeren en criminelen, bedelaars en wannabe's? Wat te denken van een schrijver die je aanspreekt als vriend, geld van je vraagt, het allemaal opgebruikt en je nooit iets teruggeeft? Die 's nachts op straat een been vindt, er opgewonden van raakt, maar ervan af wil? Die gelooft dat hij het allermooiste meisje van Genua kan beminnen?

Je begrijpt de flinterdunne plakjes recensie die op de achterkaft zijn verzameld: 'verbeelding', 'dramatiek', 'amusant', 'bravissimo'. Je leeft mee met de tegenstrijdige gevoelens van het hoofdpersonage over de stad die neemt en zelden iets teruggeeft. Je herbeleeft de chaos van de zwarte dood, ebola indachtig. Je walgt je te pletter, voelt plaatsvervangende schaamte.

Maar je leest voort. Deel een. Intermezzo. Deel twee. Intermezzo. Deel drie. Verhalen, verhalen, verhalen. Van hallucinaties en onvervulde dromen en verlangens. Van ongeëvenaarde bureaucratie. Van bovennatuurlijke ontmoetingen. Van Vico's en Via's die je niet uit elkaar kunt houden en dat dat ook net de bedoeling is.

En dan is het dicht. Is het voorbij. Eindigt het waar het begon. Maar vooral ook helemaal niet.

Emer Stamp, Het supergeheime dagboek van Big

Big en Eend zijn de beste vrienden. Of neen, Boer is Big zijn beste vriend... totdat Big erachter komt dat Boer hem eigenlijk wil opeten. Met de 'Traket' probeert hij aan zijn noodlot te ontsnappen... maar of dat lukt?

In 'Het supergeheime dagboek van Big' zijn kippen vals, koeien sympathiek, vossen gevaarlijk en eenden lief. De wereld van Big is zo eenvoudig en naïef dat hij schattig en sympathiek lijkt... en op een vreemde manier ook een beetje onvoorspelbaar. 

Of het echt het grappigste boek van het jaar is, zoals de kaft beweert, daarover zullen de meningen verschillen, maar intussen zorgt het 'supergeheime dagboek' wel voor een uurtje boerderijplezier.

maandag 3 november 2014

Khaled Hosseini, De vliegeraar (graphic novel)

'De vliegeraar' was Hosseini's debuut en voor veel mensen is het zijn bekendste werk. Zelf had ik het boek lange tijd 'overgeslagen': ik las 'A thousand splendid suns' en kocht alvast ook al 'And the mountains echoed'. 

Op het Boekenfestijn van Eindhoven lag de graphic novel te glimlachen naar me. Voor vier schamele euro's kon ik hem niet laten liggen. Het voorbije weekend was het zo ver: in enkele uurtjes tijd las ik het hele verhaal. 

Ergens was dat een beetje mijn bedoeling: het verhaal op korte tijd mee hebben... Alleen miste ik de langzame plotontwikkeling, de typering van de personages, de sfeerzetting met taal. De tekeningen waren niet lelijk, maar ook niet zo speciaal dat ze dat gemis konden compenseren. 

Een echte teleurstelling was het niet. Ik ben blij dat ik het verhaal nu ken, maar ik kijk net zo goed uit naar het moment waarop ik rustig kan gaan zitten om de roman in zijn geheel te lezen.

dinsdag 28 oktober 2014

Paul Auster, Sunset Park

Het ongewone van 'Sunset Park' is niet dat niets loopt zoals je het verwacht, zoals de flaptekst aankondigt. Het vreemde is dat zowat alle belangrijke gebeurtenissen in het boek terloops verteld worden, alsof het faits divers zijn in het grote verhaal van Het Leven. Meer aandacht wordt besteed aan wat ermee gedaan wordt, wat de gevolgen zijn, welke invulling mensen daarna aan hun leven geven.

Miles is zowat de spilfiguur in dit boek. Wanneer hij noodgedwongen op de loop moet en zo terugkeert naar het New York waar hij lange tijd woonde, krijgt hij de kans om af te rekenen met zijn verleden.

Een minstens even kleurrijke figuur is zijn jeugdvriend Bing Nathan, die een soort van 'ziekenhuis' voor ouderwetse spulletjes runt. In het kraakpand waar Bing en Miles wonen zoeken ook Ellen en Alice naar een nieuwe invulling van hun bestaan.

Door de vele perspectiefwissels krijg je een kortstondige, intense inkijk in het leven van de 'squatters' en Miles' ouders, maar je voelt ook de distantie die Miles zelf moet ervaren hebben. Nu eens ben je helemaal mee met het verhaal, dan is het alweer voorbij. 

De antwoorden waarop je hoopt krijg je niet met dit boek, maar met de vragen kun je weer een eindje op weg.

Feline Minne, Medea en ik

Feline Minne, achterkleindochter van kunstenaar George Minne, wordt binnengehaald als nieuwe literaire sensatie. In de weken voor de boekenbeurs lees je al eens dat soort ronkende woorden in allerlei boekenreclames. 

Wat me al meer intrigeerde was de kaft van het dunne boekje: een mysterieus oog, gevangen in iets wat het midden houdt tussen een vogel en een vis, duidelijk recht uit een schilderslijst geknipt... en dan zijn er nog die namen. Medea. Feline. Minne. Elke naam afzonderlijk roept al een paar eeuwen kunst en cultuur bij me op.

Toch is 'Medea en ik' in de eerste plaats een autobiografie. Feline, geboren in 1990, heeft in haar jonge leven al honderd keer meer meegemaakt dan ik ooit zal beleven. Elke bladzijde ga je weer twijfelen, denk je dat ze overdrijft, maar dan blader je weer naar de stamboom op de laatste bladzijde en zie je dat iedereen echt leeft of geleefd heeft. 

Wat moet je met een vader die je ontvoert en in en uit de gevangenis belandt en een mythomane grootmoeder die je moeder tegenover iedereen zwartmaakt, maar dan op zo'n manier dat ze het allemaal nog geloven ook? Wat moet je wanneer de eerste jongen op wie je verliefd wordt acht jaar ouder is, misbruik van je maakt en je daarna koudweg dumpt? 

'Medea en ik' is een vreselijk eerlijk aandoend boek over Felines moeilijke jeugd. Het is meer een opsomming van gebeurtenissen dan een roman met een duidelijke verhaallijn, maar echt storen doet dat nooit. De titel is overduidelijk. Het is het soort boek dat moet geschreven worden, als een soort therapie, maar dat tegelijk ook aanspreekt en zelfs af en toe laat glimlachen, een beetje zoals 'De helaasheid der dingen' dat doet.

Aimée De Jongh, De terugkeer van de wespendief

Een graphic novel over trauma's en het maken van een nieuwe start, met boeken en dieren als belangrijke motieven? Dat was al half gewonnen voor ik hem opensloeg. 

Aimée De Jonghs eerste graphic novel schetst een symbolische lijn tussen de trektocht van wespendieven het leven van mensen. Wanneer Simon voor de tweede keer de kans heeft het verschil te maken tussen leven en dood en het gevoel heeft de foute keuzes te maken, dwaalt hij in een moeras van schuldgevoelens. 

Dat een jong meisje als Regina hem daaruit haalt is verrassend, een tikkeltje ongeloofwaardig en tegelijkertijd ook weer niet: zij slaagt er immers in met de nodige afstand en jeugdige naïviteit naar Simons leven te kijken.

De tekenstijl doet erg denken aan Conz. 'De terugkeer van de wespendief' is eenvoudig, sober en mooi.

zaterdag 25 oktober 2014

Bart Moeyaert, Durf voor drie

Drie verhaaltjes over 'durven'. Bart Moeyaert voor beginnende lezers is even wennen. Niet dat ik de gebaldheid en de bedrieglijke eenvoud van zijn stijl nog niet gewoon was. Ze passen gewoon zo mooi bij de doelgroep dat je ervan opkijkt. 

Verhaal één gaat over een meisje dat een brief vindt. Een liefdesbrief. Maar wat is dat, die Liefde? Nieuwsgierig wil ze de enveloppe openen. Mag dat zomaar? En wat als je dat toch doet?

Het tweede heeft een jongen in de hoofdrol, een jongen die het liefst in een zelfgegraven kuil zou wonen... totdat hij een andere jongen ontmoet die in de boom daarboven een nieuwe thuis heeft gevonden.

De minibundel eindigt met een pestkop en hoe je die op haar plaats kunt zetten. Al moet je ervoor op je hoofd staan.

Drie verrassende verhalen, mooi vormgegeven in de retrostijl van Rotraut Susanne Berner. Tien minuutjes leesplezier. Niet meer, maar zeker ook niet minder.

maandag 20 oktober 2014

Aline Sax, Het meisje en de soldaat

Een blind meisje en een Afrikaanse frontsoldaat. Het is een ongewone combinatie die wenkbrauwen doet fronsen, hoofden doet draaien en tongen doet fluisteren. Het is het verhaal van een vriendschap tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog. 

Aline Sax bedankt achteraan het boek de Ilse die haar leerde 'niet te zien'. Nergens zegt ze dat het meisje blind is. Dat is ook net de kracht van het verhaal: met weinig woorden kan de schrijfster heel veel zeggen. Het meisje krijgt geen naam, de soldaat ook niet. Je weet dat ze blind is door het tellen van de stappen, door haar aandacht voor geuren, door wat ze niet kan. 

De schilderijen van Ann De Bode geven het boekje de donkere ondertoon mee die uit het racisme en de gruwel van de oorlog opdoemt. De pagina's zijn afwisselend wit en donkerbruin, aan het einde donkergroen. Sober en mooi. Net als het verhaal zelf.

Hanna en Jolien lezen het voor de Kinder- en Jeugdjury. Het zal niet winnen. Daarvoor is het te eenvoudig, te weinig spectaculair. Maar ik hoop dat ze er toch van zullen genieten.

woensdag 1 oktober 2014

Clive Thompson, We worden steeds slimmer

Af en toe krijg je zo'n boek in handen waarbij je van de ene stomme verbazing in het andere juichkreetje vervalt. Het gebeurt me belachelijk weinig, maar dit werkje heeft me heel aangenaam verrast. Het telt 320 bladzijden tekst en nog eens 60 bladzijden noten, maar ik was er in een paar dagen door. 

Doemdenkers schrijven kranten vol onheilsberichten over sociale media. We verliezen onze 'echte' vrienden en 'echt' contact, we worden er jaloerser door, noem maar op. Daarom is alleen al de titel van Clive Thompsons boek over nieuwe technologie een opsteker. Een beetje te optimistisch, dat wel.

In negen hoofdstukken onderzoekt Thompson de mogelijkheden: centaurverbonden tussen mens en computer die het schaken tot nieuwe hoogten brengen, lifelogs die onze minste zucht of kreun documenteren en internettoepassingen die ons binnenkort moeten helpen met vergeten in plaats van onthouden vormen samen de eerste drie hoofdstukken. Het vierde, 'Denken in het openbaar', beschrijft de gigantische massa online schrijfwerk die dagelijks op de wereld losgelaten wordt, maar ook de boeiende consequenties ervan. Door de reusachtige mogelijkheden qua interactie kunnen we heel snel en efficiënt op elkaar een beroep doen om vooruit te geraken. Dat vraagt wel om een zekere mate van modereren, om te vermijden dat het tot uitgebreide scheldpartijen komt. Het begrip 'tummler' is daarin bijzonder belangrijk. 

Ook het niet-tekstuele krijgt de nodige aandacht. Een eindeloze vloedgolf audiovisuele bronnen overspoelt het zo ook al volle wereldwijde web. Hoe vinden we over enkele jaren nog onze weg in die oceaan aan beeld- en klankmateriaal? De digitale vernieuwing ontbreekt nog al te vaak in het onderwijs. Thompson vertelt hoe je met betrekkelijk eenvoudige ingrepen opvallende resultaten kunt boeken. Zo gaan leerlingen met taalachterstand heel enthousiast lezen en schrijven wanneer ze beseffen dat er een publiek is dat hen leest. 

De auteur komt met heel wat indrukwekkende en vaak amusante voorbeelden aanzetten, maar slaagt er feilloos in zijn lezer altijd opnieuw terug te brengen naar de draad van zijn betoog. Nergens heb je het gevoel dat hij zomaar wat bladzijden loopt te vullen.

Om het schrijven van dit boek tot een goed einde te brengen heeft de auteur zelf heel wat geheugengraafwerk verricht, vaak -hoe kan het ook anders- met behulp van een computer. Tegelijk bewijst hij zijn stelling dat de toekomst er pas echt interessant gaat uitzien wanneer we de sterktes van dat medium gaan combineren met waar we zelf goed in zijn. Dat doet hij door van al die nieuwe evoluties een heerlijk swingend verhaal te maken, waarin hij bovendien haarfijn uitlegt hoe we die in ons eigen voordeel kunnen ombuigen.

zaterdag 20 september 2014

Gerwin van der Werf, Schooldagen. Een jaar in het leven van een muziekdocent


Vraag het aan honderd leerkrachten, en de grote meerderheid zal het beamen: over het lesgebeuren kun je een boek schrijven. De grote uitdaging is natuurlijk ervoor te zorgen dat je wat er gebeurt ook zo neerpent dat het voor een ruimer publiek boeiend genoeg wordt om te lezen. Van die honderd leraars hebben er slechts enkelen een vlotte pen, maar Gerwin van der Werf heeft niet voor niets de Turingprijs gewonnen. Met dichterlijke nauwgezetheid observeert en beschrijft hij in 88 verhalen een schooljaar lang de alledaagse gebeurtenissen uit het professionele leven van een muziekdocent.

Het is niet makkelijk om me in te beelden hoe niet-leerkrachten deze collectie cursiefjes zullen lezen. Worden ze net zoals ik gecharmeerd door de empathische, vaak wat naïeve benadering van pubers en hoe hij het opneemt voor hen die minder succesvol lijken in de wrede pop-poll die jongeren de hele tijd onder elkaar lijken te houden? Pesters zet hij op hun plaats: ‘Ik weet wat jullie doen, en ik wil het nooit, nooit meer horen.’ Houden ze meer van de kritische noten bij wat het Ministerie van Onderwijs de leerkrachten zoal oplegt? Herkennen ze de typische puberangsten die met zoveel begrip worden benaderd? Prachtig hoe hij in ‘Fanny’ een meisje met anorexia beschrijft, hoe ze de lat voor zichzelf voortdurend veel te hoog legt en daardoor haar eigen vijand wordt. Van der Werf veroordeelt niet, hij supportert voor zijn leerlingen. Of kunnen ze zich ook verplaatsen in de typisch schoolse rituelen van een ouderavond, een sportdag waar je als leerkracht aan deelneemt, een examentoezicht?

Misschien houden ze nog het meest van zijn rake observaties en zijn subtiele taalgebruik. Meteen de eerste tekst is al een uitstekend voorbeeld. De manier waarop de auteur de ‘horror’ van zo’n eerste schooldag beschrijft is weergaloos: ‘Het getuigt bij al dat praten van stijl als je je gesprekspartner niet kaapt en knevelt, maar hem de ruimte geeft om snel verder te kunnen slalommen, naar de volgende praatpaal.’

Het fijnste is misschien nog wel de (zelf)relativering die tussen elke regel hangt. Je hebt grote ambities als docent, maar je bent je ervan bewust dat je die nooit helemaal zult waarmaken. In ‘Alhambra’ beschrijft van der Werf hoe hij de leerlingen in een museum stimuleert om oog te hebben voor kunst: ‘Ze moeten zelf leren kijken, zelf zien. Dat is de theorie.’ Om even later tot de vaststelling te moeten komen dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie.

Mooi is ook dat een van Gerwins leerlingen de illustraties bij de teksten maakte. Eerlijk gezegd vind ik ze wat overbodig en lang niet altijd geslaagd, maar het feit dat Puck –zo heet ze- dat mag doen vind ik bewonderenswaardig.

Het was volop vakantie toen ik 'Schooldagen' las, maar door zijn gezonde mix van herkenbaarheid, een open geest en een vlotte pen was het de gedroomde manier om even, heel even, weer aan school te denken.

Francisco X. Stork, The last summer of the Death Warriors

Met een titel als deze kun je me meestal niet verleiden. 'Death Warriors'? Dat meen je niet? Gelukkig heeft Storks roman weinig te maken met de actiehelden die je op basis van die term misschien zou verwachten. D.Q. en Pancho Sanchez - valt hij?- zijn twee tieners die elkaars tegengestelde lijken. 

D.Q.'s lichaam is verzwakt door kanker. De ziekte heeft er wel voor gezorgd dat hij heel veel is gaan nadenken over leven en dood. Die bevindingen schrijft hij in zijn manifest voor de 'Death Warriors'. Pancho heeft spierkracht en energie teveel, maar is niet erg spraakzaam en wil zich wreken op de moordenaar van zijn zus. 

Deze vakantie las ik het boek voor de tweede keer. De grote lijnen kon ik me nog wel herinneren, maar D.Q.'s verblijf bij zijn moeder, de complexe verhouding tussen D.Q., Pancho en Marisol en het knappe einde kon ik met niet meer helemaal herinneren.

Nog altijd vind ik het een beetje jammer dat Marisol niet sterker is uitgewerkt en dat het verhaal wat vroeger afbreekt dan je als lezer hoopt. Toch is de ongewone vriendschap tussen de twee jongens en de tweestrijd die Pancho voert boeiend genoeg om Storks verhaal een tweede keer te beleven. 

Swati Avasthi, Split

Zelfs wanneer je vrij goed kunt voorspellen hoe het verhaal zal lopen, kan dat toch een goed boek opleveren. Dat bewijst Swati Avasthi met haar debuut 'Split', over de zestienjarige Jace die uit huis wordt gezet nadat hij in de tegenaanval ging. Zijn vader, een bekende advocaat, heeft immers de onprettige gewoonte zijn echtgenote in elkaar te slaan. 

Waarheen? Jace hoopt onderdak te krijgen bij zijn oudere broer Christian, die enkele jaren geleden ongeveer hetzelfde deed, maar sindsdien amper nog iets van zich liet horen. Met nog geen vijf dollar op zak en een hele nacht rijden in zijn kleren belt de tiener bij zijn broer aan... 

Wat volgt is een ploeterpad richting een normaal bestaan. Losraken van iemand die je jarenlang met zijn vuisten heeft verteld wat er moet gebeuren is namelijk niet zo vanzelfsprekend, zelfs al leeft hij nu honderden kilometers van je vandaan.

Dat is het mooie aan dit boek, dat de auteur focust op wat 'erna' gebeurt. Dat ze laat zien hoe verwoestend partneragressie kan zijn, hoe ingrijpend in het leven van alle familieleden en de mensen met wie ze te maken krijgen. 

Het boeiendst vond ik zelf de manier waarop Jace probeert om te gaan met wat er tussen hem en Lauren fout ging en de hoop het bij Dakota beter aan te pakken.

Aan de binnenzijde van de achterflap las ik dat mevrouw Avasthi al bezig is met haar tweede boek. Ik ben benieuwd...

woensdag 27 augustus 2014

Zomervakantie: stripverhalen bij de vleet

De voorbije negen weken heb ik de omliggende bibliotheken geplunderd voor de dochters, maar ook voor mezelf. Meer en meer begint er aandacht te zijn voor de minder voor de hand liggende stripverhalen, lees: stripverhalen voor een meer volwassen publiek. 

Een bloemlezing van wat er allemaal door mijn handen gegaan is, los van een aantal Kiekeboes en Jommekes die ik uit jeugdsentiment, om even het verstand op nul te zetten, of om mee te kunnen praten met de dochters las:

  • Aangename verrassing is het eerste deel van 'De Campbells', een beginnende reeks over -godbetert- piraten, héél toegankelijk en mikkend op een ruim publiek, maar grappiger en beter gestructureerd dan je op het eerste gezicht zou verwachten. 
  • Nog in het genre kinderstrip waren er de twaalf albums 'Orphanimo', ofwel de volledige reeks over een groepje wezen en 'hun' Alice Rosebud, de vrouw die hen beschermt tegen de Boze Bouwplannen van Vallalkozo, een gewetenloze bouwmagnaat. Knotsgek, best grappig, vol wervelende actie en met een doordachte plot. Ook leuk zijn de intertekstuele verwijzingen en het feit dat de reeks na twaalf albums ook afgerond wordt en niet, zoals bepaalde XIII'en of Largo Winchen die ik ken, eindeloos uitgemolken. En ja, de drie dochters zijn ook helemaal verkocht...
  • Al enkele jaren heb ik de eerste drie delen van 'De kapers van Alcibiades' in de kast staan. Toen ik in de bib nummers vier en vijf zag liggen, dacht ik: laat ik er maar eens aan beginnen. Het eerste deel 'Geheime elite' las ik op reis voor de derde keer en nog had ik niet het gevoel alles te begrijpen, maar nu had ik ten minste de vier ontbrekende delen om alle puzzelstukjes toe te voegen. Dat bleek een misrekening. De tekeningen zijn prachtig en blijkbaar ook historisch realisch, voor zover dat mogelijk is. Het verhaal is minder mijn kopje thee. Daarvoor is het spionagegehalte te hoog. Aan het einde van de cyclus begreep ik nog altijd niet helemaal wie bij welk clubje hoorde en wat nu het precieze doel was van die 'Alcibiades'.
  • Ook Niklos Koda had ik al heel lang staan. Ik vreesde voor een hypercommercieel onding, maar dat viel best mee. Toegegeven, de personages doen hun uiterste best om er erg aantrekkelijk uit te zien en lang niet alle plotwendingen zijn even realistisch, maar het morele gevecht dat Koda voert is interessant genoeg om uit te kijken naar 'De oceaan', het twaalfde deel van de reeks en het enige dat ik nog niet heb gelezen.
  • Heel tof vond ik de vier albums van 'De Grote Dode', waarin een nogal arrogant-naïeve Pauline het leven van Erwan komt binnengewandeld, een ontmoeting die gigantische gevolgen zal hebben, zowel in de reële wereld als in de sprookjesachtige wereld van de andere dimensie waar Erwan toegang toe heeft. Het fijne aan de reeks, behalve de genuanceerde karaktertekening, de originele plotwendingen en de heerlijke tekeningen, is die verwevenheid tussen de parallelle dimensie en de wereld die we denken te kennen. Daardoor blijft het geen vrijblijvend fantasyverhaaltje.
  • Shaun Tans 'Het ding en ik' hoort hier misschien niet helemaal thuis, want een echt stripverhaal is het niet. Vraag is waar het wel bij te klasseren valt. Een retorische vraag, want dat is net wat Tan zo interessant maakt: dat hij beeldverhaal, strip en kinderboek met elkaar verweeft. 'Het ding en ik' past perfect in die filosofie. 'Ik' ontdekt dat er nergens plaats is voor zijn ongewone voorwerp, gewoon omdat niemand het kan categoriseren... Schitterend vormgegeven, prachtig getekend. Mooi mooi!

Niet alles was even 'wow'. Dit zijn de belangrijkste tegenvallers:

  • De trollen van Troy. Veel te veel albums van gelezen, om keer op keer vast te stellen dat elk album een beetje een doorslagje is van het vorige. In het begin was ik wel gecharmeerd door het primitieve, compromisloze van de trollen die het hypocriete in de mens aan de kaak stellen, maar na nog eens een waterfobie, uitpuilende ingewanden en een hoop moord en doodslag had ik het wel gezien. Dan liever de hoofdreeks 'Lanfeust van Troy' nog eens herlezen...
  • Marsupilami's recentste album 'Sterrenhart' kon me niet bekoren. Als personage bij Robbedoes en Kwabbernoot is hij leuk, maar in 'Sterrenhart' is hij noch grappig, noch interessant. Jammer, want het Palombische diertje verdient beter...

maandag 7 juli 2014

Paolo Giordano, De eenzaamheid van de priemgetallen

Het heeft lang, heel lang geduurd voor ik durfde te beginnen aan 'de eenzaamheid van de priemgetallen'. Waarom? Geen idee. Omdat je onrealistisch hoge verwachtingen hebt van een boek dat iedereen de hemel in prijst? Omdat ik bij dat soort boeken net automatisch heel kritisch word? Omwille van het thema, de onmogelijke liefde? 

Feit is dat ik Giordano's debuutroman in een paar dagen helemaal uit heb. In de auto, op de trein, 's avonds nog een stukje in bed, eenmaal het begin door las 'De eenzaamheid van de priemgetallen' bijzonder vlot. Maar wat een intriest verhaal! De wreedheid van kinderen, volwassenen, van het leven zelf, speelt de hoofdrol, meer nog dan Alice of Mattia, die tegen beter weten in een bestaan proberen uit te bouwen. 

Vrolijk word je van dit boek niet, mooi is het wel, met boeiende personages, treffende metaforen en een pakkende plot.

Julian Barnes, The sense of an ending

Er zijn niet veel citaten die ik uit het hoofd ken. Eigenlijk kom ik op niet meer dan één: 'Het mooiste geschenk dat je iemand kunt geven is iets om over na te denken.' Geen idee wie het bedacht heeft en geen zin om het op te zoeken... Het punt dat ik wil maken is dat het enorm van toepassing is op 'The sense of an ending'. 

Van Julian Barnes is dit intussen het derde boek dat ik gelezen heb, na 'England, England' en 'Levels of life'. Vreemd eigenlijk dat ik er zo lang over heb gedaan om zijn werk te ontdekken... of het moest met leeftijd te maken hebben. De Tony uit dit boek is gepensioneerd en gaat spitten in de mysteries van zijn jeugd. 

Nadenken over je leven is misschien wel contraproductief, zeker wanneer het gaat over wat al lang achter de rug is. Wat gebeurd is, is gebeurd. Je bent veranderd, de mensen die je toen kende zijn veranderd. Waarom zou je jezelf verliezen in 'wat als'? 

Tenzij het helpt om te begrijpen wie je bent of wie je nog zou kunnen zijn. Tenzij je uit dat verleden iets moois kunt puren, hoe gênant sommige herinneringen ook durven zijn... maar is niet iedereen ooit jong en overmoedig geweest?

'The Sense of an Ending' is, het citaat uit de eerste alinea indachtig, een pracht van een geschenk, dat bovendien prachtig geschreven is en hoogst onvoorspelbaar blijkt. Mooi, mooi!

Daniel Pecqueur en Boyan Kovacevic, Arctica deel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

De albumcovers van de reeks 'Arctica' zijn pareltjes: een opvallend voertuig in volle vaart, een uitgestrekt landschap, snelheid, actie. Ze laten je fantaseren, maar verklappen bitter weinig. Ze horen samen, qua vormgeving en qua kleuren: veel zwart en donkerblauw, met centraal het meeste licht. Het lijkt een kille wereld.

Hoofdfiguur Dakota probeert in één van de koudste delen van die wereld wat warmte te brengen, zelfs wanneer dat offers vraagt. Per toeval ontdekt hij een vreemdsoortige capsule, waarin een kind dat tienduizend jaar geleden al leefde de tijd trotseerde. Naar school gaan hoeft niet, want de slimme blauwharige leert ontzagwekkend snel. Dat is ook nodig, want hele mogendheden zitten achter haar aan. Dakota en Mismy treden op als engelbewaarders, met wisselend succes...

Een hele tijd geleden al las ik deel drie en vier, daarna één, twee, drie en vier, en gisteren pas de zes tot nu toe verschenen delen na elkaar. Dat opfrissen was geen overbodige luxe, want het scenario zit best vernuftig in elkaar. Bovendien let je bij het herlezen op details die je de eerste keer over het hoofd ziet. Het meesje dat Mismy blijft volgen gaat volgens mij nog een belangrijke rol spelen in de komende albums. Het fladdert al te lang mee om vrijblijvend te zijn. 

De reeks maakt gebruik van heel wat populaire trucs, daar wil ik heel eerlijk in zijn: opvallende, niet onknappe verschijningen, exotische locaties, ongewone gebeurtenissen... Erg realistisch is het niet. Het avontuur staat voorop, maar dat is nu net wat je verwacht. Goed, er zijn Grote Thema's die een rol spelen: gebrek aan drinkbaar water, of overbevolking, bijvoorbeeld, maar de actie houdt de aandacht gevangen. 

Zijn dit de beste stripverhalen ooit? Vast niet, maar ze zijn bijzonder onderhoudend en zelfs een tikkeltje verslavend. Waar blijft dat zevende deel?

woensdag 30 april 2014

Maartje Wortel, Ijstijd

Van sommige boeken weet je zeker dat je ze graag zult lezen. 'Ijstijd' is er zo een. Literair hoogstaand, verrassend, diepgaand, van bij het begin. De ene zin na de andere wou ik uitknippen en in een kadertje hangen, maar dan zou mijn slaapkamer volledig bedekt zijn met pareltjes. Misschien moet ik dat gewoon maar doen ook.

Kritiek? Neen. Er staan passages in die voor mij niet hoeven, maar ook die zijn prachtig geschreven. 

Lezen. Kopen. Nu.

zaterdag 26 april 2014

Rita Verschuur, Over Simeon

Deze week heb ik heel wat gelezen. Het (dunne) boekje 'Over Simeon' was er  één van. 

Van Simeon ten Holt had ik nog nooit gehoord; van Rita Verschuur wist ik weinig meer dan dat ze kinderboeken schrijft. De twee waren meer dan twintig jaar goede vrienden en over die vriendschap gaat 'Over Simeon'. Ten Holt overleed in 2012.

Simeon was een Nederlandse componist, van hedendaagse klassieke muziek vermoed ik. Ik heb zijn 'Canto Ostinato' gezocht en gevonden, maar nog niet beluisterd. De twee leerden elkaar kennen op een verjaardagsfeestje en die kennismaking staat centraal in het eerste hoofdstuk van het boek. 

De meeste delen zijn op die manier geschreven: één centraal gegeven, een herinnering, een typerend moment, kort en krachtig neergezet door de vaste hand van een ervaren kinderboekenschrijfster. 

Schrijven over iets zo persoonlijks als een vriendschap is een moeilijke evenwichtsoefening, beeld ik me in. Wat kun je erin vertellen als je weet dat iedereen het te lezen krijgt, wat niet? Rita Verschuur kan prima balanceren, wat niet wil zeggen dat ze alleen de mooie momenten neerpent. Voor haar is het een  mooi aandenken (neem ik aan), voor mij een aangename kennismaking met twee boeiende mensen.

Helen Fielding, Mad about the boy

Oké, ik ga er niet flauw over doen, ik heb best wel genoten van de nieuwste 'Bridget Jones'. Het zal alleen moeilijk worden om er veel over te schrijven zonder al te veel te verklappen...

Bridget is Bridget, natuurlijk, met haar fixatie voor calorieën en seks, haar tenenkrullende onzekerheid en onhandigheid die haar sympathiek maken. Er is heel wat veranderd in haar leven en ze heeft de grootste moeite om een nieuwe fase in te zetten... 

De 'nieuwe' Bridget is helemaal up-to-date: ze kwettert vrolijk op Twitter en ligt wakker van Kate Middleton en alles wat er vandaag op het nieuws komt. Ze verrast en komt toch vertrouwd over, ze is voorspelbaar en toch ook onvoorspelbaar, irritant en charmant.

'Mad about the boy' is niet zomaar de voortzetting van een succesvolle reeks, maar het helpt wel als je een van de eerste twee boeken (of allebei, of de films) kent. Het leuke? Het kan allemaal net niet, maar het lijkt zo echt dat je het toch allemaal gelooft. Met een glimlach op de lippen las ik gisteravond de laatste dertig bladzijden. Een film hoeft er van mij niet te komen, maar tegen een vervolg zeg ik geen neen, al mag het gerust weer een paar jaar 'rijpen'.

woensdag 16 april 2014

Melvin Burgess, Bloedtij

Het voordeel van veel vergeten is dat je probleemloos kunt genieten van een boek dat je jaren geleden al las. Van 'Bloedtij' wist ik nog ongeveer evenveel als wat er op de flaptekst stond... Iets met een tweeling, een bendeoorlog, verraad en wraak in een wrede apocalyptische wereld. 

Lees die flaptekst niet! Hoe weinig er ook staat, hij vertelt al te veel. Dat wil nog niet zeggen dat de hele plot om zeep is. Daarvoor is 'Bloedtij' veel te knap opgebouwd en veel te spannend.

Er is Londen, of wat ervan overblijft. Er zijn twee rivaliserende bendeleiders die proberen een verdrag te sluiten door de 14-jarige Signy Volson te laten huwen met Conor, de bendeleider van de concurrentie. Is het mogelijk een gezamenlijke toekomst uit te bouwen na jaren van wantrouwen, oorlog en bloedvergieten?

'Bloedtij' is al heel wat jaren oud, maar blijft verrassend tijdloos, niet in het minst door de vreemde 'baarmoedertanks' waarin gekloond wordt of de fascinerende 'halfmensen', die vooral het slachtoffer zijn van de strijd en machtshonger van de Volsons en Conors.

Verfilmd wordt dit een duistere fantasythriller vol actie, maar ook als boek is 'Bloedtij' nooit minder dan beklemmend.


Jan Simoen, Met mij gaat alles goed

Vreemd hoe een boek kan schetsen hoe snel de wereld verandert. Jan Simoen schreef 'Met mij gaat alles goed' halverwege de jaren negentig, intussen al bijna twintig jaar geleden dus. Het is een roman die bestaat uit brieven en telegrammen die de personages elkaar sturen. Dat alleen al lijkt eeuwen geleden. 

Het verhaal situeert zich in de tijd dat aids bekendheid begon te krijgen en Joegoslavië uit elkaar viel. De Muur in Berlijn wordt ergens in de eerste helft van het boek gesloopt. Je zou 'Met mij gaat alles goed' met een beetje goede wil dus 'historisch' kunnen noemen. Wat wil je ook, wanneer je de gebeurtenissen in je verhaal zo actueel maakt?


Nu, in 2014, heb ik het boek herlezen. De eerste keer dat ik erin begon moet in de bibliotheek van Brugge geweest zijn, in de leeszaal op de benedenverdieping als ik het me goed herinner. De twee vervolgtitels heb ik ook gelezen: 'En met Anna' en 'Veel liefs van Michaël', zij het jaren later.

Je zou verwachten dat 'Met mij' hopeloos verouderd is, maar niets is minder waar, mits je het een en ander in het juiste (historische?) perspectief plaatst. Op de vlucht slaan voor de oorlog is actueler dan ooit, al zijn de namen van de locaties misschien veranderd. Syrië, iemand? Vechten tegen een ongeneeslijke ziekte is helaas al even alomtegenwoordig. Interessant is ook hoe Jonas niet alles aan iedereen wil vertellen, maar door zijn ziekte verplicht wordt om toenadering te zoeken tot de zwijgzame Pierre en een groter engagement toont dan hij van zichzelf had verwacht.

Geen idee of ik het boek in 2034 nog eens opnieuw lees. Nu was het in elk geval een aangename herontdekking.

zaterdag 12 april 2014

Servais, Godfried van Bouillon (deel twee)

Twee weken geleden las ik het eerste deel van Servais' tweeluik over Godfried van Bouillon, een boeiend tijdsdocument dat hij vermengt met schoolkinderen uit de jaren zestig en een link naar het heden. 

Een bezoekje aan de stripverhalenwinkel later heb ik beide delen aan mijn collectie toegevoegd. Over het eerste vertelde ik eerder al. Het tweede heb ik vandaag uitgelezen. 

Op de één of andere manier is deel twee wat tegengevallen. Natuurlijk krijg je het vervolg van de eerste kruistocht en lees je hoe het verder gaat met Mady en Benoît, maar veel meer dan het vorige album krijg je hier vooral een geschiedenisles in de vorm van een stripverhaal. 

Het is mooi getekend, dat wel, maar het mist iets. Een sterkere plot, diepgang van de personages, zoiets. Heb ik spijt van mijn aankoop? Niet echt. Had ik meer verwacht? Absoluut.

Vera Van Renterghem, Rood

Toine wil schilderen. Niet zoals zijn vader, die de huizen van de rijken decoreert, maar zoals David, de kunstschilder die hij adoreert. Op die manier lijkt het allemaal vrij eenvoudig en rechtlijnig, maar het verhaal is gesitueerd in Parijs in het jaar 1789. Het volk mort, want honger maakt hen opstandig. Toine en zijn familie zit gewrongen met de situatie. Niet alleen omdat de jongen verliefd is op een knappe 'mademoiselle', maar ook omdat de jakobijnen wel heel ver gaan met hun rebellie.

De auteur is een historica en schetst een levendig historisch kader, maar zorgt ervoor dat de vaart niet uit het verhaal verdwijnt. Dat heeft zo zijn nadelen wanneer je 's avonds pas aan het boek begint en het niet meer weggelegd krijgt... 

Dacht ik eerst dat het verhaal wat te lief of te schattig zou blijven, dan moest ik al snel mijn mening herzien. Het schrikbewind van de jakobijnen trilt door de hoofdstukken en het boek eindigt met een orgelpunt.

vrijdag 11 april 2014

Rosinski, Yann, Sente, Surzhenko, De Vita, De werelden van Thorgal

'Het ontstaan van de Werelden van Thorgal' is niet echt een stripverhaal. Het is een verzameling interviews met de verschillende tekenaars en scenaristen die bij de nieuwe Thorgalreeksen betrokken zijn, aangevuld met enkele platen die niet in de albums verschenen.

Mijn eerste Thorgal moet ik in de bibliotheek van Brugge gelezen hebben, in de jeugdafdeling, op de blokkenstructuur daar. Iemand van mijn school had me 'De schaduwen voorbij' laten zien. Het leek in niets op wat ik tot dan toe had gelezen, maar ik vond het waanzinnig mooi. 

Toen Van Hamme stopte met het schrijven van scenario's van de reeks, leek er een einde komen aan de sage van het sterrenkind dat opgroeide tussen de Vikingen. In 'Het ontstaan van de Werelden' vertelt Rosinski hoe hij al jarenlang met het idee liep om zijn reeks verder te laten uitwaaieren door zich niet langer alleen te focussen op Thorgal zelf, maar aandacht te besteden aan zijn kinderen en aan zijn aartsrivale, Kriss van Valnor. Nu enkele jaren later is de reeks Thorgal voortgezet met Jolan als belangrijkste karakter, hebben Wolvin en Kriss van Valnor een eigen reeks en zijn er albums over 'de jonge jaren van Thorgal'. 

Je zou voor minder vrezen dat dit te veel van het goede is. Waar je vroeger soms ontzettend lang moest wachten op een nieuwe titel, is er nu altijd wel een reeks die weer een album rijker is. Door te werken met meerdere tekenaars en scenaristen die goed op elkaar ingespeeld zijn lukt dat ook. De verhalen grijpen in elkaar, zodat 'de werelden van Thorgal' meer dan ooit een saga worden, zoals het ook past bij de mythologie van de Vikingen, die zo vaak een grote rol speelt. 

Tegelijk is het ook een puzzel en een kluwen geworden die ik niet altijd meer ontward krijg. Vooral de aanknopingspunten tussen 'Kriss van Valnor' en de gewone reeks zijn soms lastig, omdat ik ze -blijkbaar- niet helemaal in de juiste volgorde heb gelezen en omdat er heel veel nieuwe namen zijn bijgekomen.

Eerst stond ik heel sceptisch, leek het hele concept mij vooral commercieel ingegeven en had ik, net als Van Hamme, wat genoeg van Thorgal. De laatste albums vond ik niet altijd even subliem. Nu ik in enkele maanden tijd zo goed als alle albums van de nevenreeksen heb gelezen moet ik mijn oordeel herzien. Er zijn nog altijd een heleboel wendingen waarbij ik even moet slikken, maar Jolan en Wolvin zijn intrigerende karakters geworden en Kriss van Valnor heeft een extra dimensie gekregen, ook al blijft ze vooral in het voorlopig recentste deel 'Bondgenootschappen' in de eerste plaats haar slechte zelf. 

Qua tekenstijl vallen Surzhenko en De Vita niet uit de toon die Rosinski had gezet en Wolvins nieuwste 'Het rijk van de chaos' is een pareltje. 

'Het ontstaan van de Werelden' is geen hebbeding, niet voor mij, maar het biedt een interessant inzicht in het snel uitbreidende Thorgaluniversum dat mijn aandacht beetje bij beetje aan het herwinnen is.

donderdag 10 april 2014

Helen Vreeswijk, De stalker

Goed, ik moet eerlijk zijn natuurlijk. Ik wist wie de dader was voor ik begon met lezen. Ik wist zelfs min of meer hoe hij ontmaskerd werd. Dat nam een groot deel van de spanning en de verrassing weg. Het zorgde er bovendien voor dat ik het boek op een heel andere manier las. 

Had ik het me maar niet moeten laten verklappen. Dat is waar, maar om de een of andere reden vond ik 'De stalker' een pak minder boeiend dan zeg maar 'Promille' van dezelfde auteur. Had ik de auteur niet zelf horen vertellen dat alles gebaseerd was op een echte zaak, dan had ik het verhaal afgedaan als niet zo geloofwaardig. 

De stalker in dit boek is dan ook behoorlijk 'verknipt', zoals het zo heerlijk verwoord wordt door één van de verdachten. Ik hou van dat woord. Tegelijk is hij op een bepaalde manier vooral zielig en niet zo eng. Ik kon ook niet snappen dat de personages maar niet door hadden wie hij was. Het was zo duidelijk, maar misschien zit mijn voorkennis me hier in de weg...

Enfin, Vreeswijks boeken lees je als 'snelle hap' en dit exemplaar smaakte iets fletser dan de vorige. Omdat ik er al te veel over wist? Omdat ik veel personages afstotelijk vind? Omdat er gewenning optrad? Een slecht boek is 'De stalker' zeker niet, maar ik was er niet 'kapot' van...

dinsdag 8 april 2014

Michael De Cock, Hannibal

Niets dan lof voor 'Hannibal' van Michael De Cock. De beruchte legeraanvoerder die met zijn olifanten en zijn troepen de Alpen overstak krijgt in dit boek een eigen stem.

'Hannibal' is het verhaal van ontelbaar bloedvergieten en onnoemelijke wreedheden, van zinloze oorlogen en de nietigheid van alles, maar het is ook een filosofisch boek waarin het toeval een grote rol speelt én het brengt een belangrijk moment in onze geschiedenis op een indrukwekkende manier tot leven.

De ruim tweehonderd bladzijden heb ik bijna zonder onderbreken omgeslagen. Vreemd, want ik ben niet zo'n fan van oorlogen of van historische verhalen. De afloop kende ik ook al in grote lijnen. Het is de vertelstijl van de auteur die me de Alpen, de Appenijnen en de Italiaanse vlakten over trok, een stijl die herinneringen oproept aan de Latijnse teksten die ik eeuwen geleden bestudeerd heb. 

'Hannibal' is genomineerd voor de KJV. De andere boeken heb ik nog te lezen, maar wat mij betreft mag Michael De Cock de prijs winnen.

Kirstin Vanlierde, Sequoia/Yuma

'Sequoia' en 'Yuma' vormen samen twee delen van één van de weinige sciencefictieverhalen die in het Nederlands zijn geschreven. 

Kirstin Vanlierde schetst een duale wereld waarin het Volk dat in de Bovenwereld leeft het beste lijkt op onze wereld vandaag. Door de Grote Oorlog zijn veel gebieden onleefbaar en dus onbewoond, maar er zijn ook heel wat nederzettingen die sterk lijken op plattelandsdorpen. De sociale structuur doet wat middeleeuws aan met zijn Gevers, Krijgers en Wijzen.

In Eden, ondergronds, woont een kleine, hoogtechnologische samenleving die zich verplaatst met tunnelsleeën en glijfietsen, die de voorkeur geeft aan homoseksuele relaties en voor de meeste van zijn behoeften een PEE gebruikt, een soort computerarmband. 

Tot Edeling Maarian Higs het voorbeeld van haar vader Abel Sentry volgt en een kijkje gaat nemen in de wereld Buiten, weten beide volkeren amper van elkaars bestaan af. Maarian neemt meer dan wie ook de moeite om de Bovenwereld te doorgronden, zodat ze een nieuwe oorlog kan voorkomen en voor zichzelf een plaats op (of onder) de planeet kan vinden waar ze zich thuis kan voelen.

Zoals alle goede sf- of fantasyverhalen hebben 'Sequoia' en 'Yuma' hun wortels in de huidige samenleving; het samenleven van verschillende culturen en visies is actueler dan ooit, het voorkomen van oorlog en de mogelijke impact op de natuur al even belangrijk. Anders dan in veel gelijkaardige romans brengt de auteur met dit tweeluik geen dystopie, maar voorzichtig optimisme. Het maakt haar werk enerzijds redelijk uniek, maar misschien ook wat naïef. 

Door regelmatig een bocht af te snijden of een tijdsprong te maken, houdt ze er ook het tempo in. Vooral 'Yuma' had makkelijk een paar honderden bladzijden meer kunnen tellen, maar die fout heeft Vanlierde gelukkig niet gemaakt.

De eindbalans? Perfect voor zijn doelgroep van veertienplussers; aangenaam leesvoer voor de iets ouderen zoals ik, af en toe een beetje voorspelbaar, maar toch ook vol verrassingen, zodat je het boek pas neerlegt wanneer het helemaal uit is.

donderdag 3 april 2014

Liesbeth Mende, Blauw

Neen, blauw is niet meteen mijn lievelingskleur. Toch trok Liesbeth Mendes jeugdroman met de gelijknamige titel meteen mijn aandacht. Door de opvallende lay-out en, jawel, het doorgedreven kleurgebruik: zelfs de randen van de bladzijden zijn volledig in het zelfde thema.

Nikki is al net zo 'bleu' als de kaft laat vermoeden. Stikjaloers is ze wanneer haar beste vriendin een relatie begint. Bovendien heeft ze een oogje op haar leerkracht aardrijkskunde. 

Binnenkijken in het hoofd van deze bakvis is niet meteen een pretje. Dat ze niet om kan met de nieuwe samenstelling van haar gezin is best te begrijpen. Makkelijk zal het niet zijn om er ineens een paar heel jonge broertjes en zusjes bij te hebben. Toch gaat Nikki wel heel ver om haar doelen te bereiken, ver genoeg om te vermoeden dat er iets grondig mis is met haar. 

De auteur laat haar lezers echter in het ongewisse. Is Nikki's gedrag het logische product van omgevingsfactoren of is er meer aan de hand? Voer voor psychologen, dus.

'Blauw' is heel vlot geschreven, wat je ook mag verwachten bij deze doelgroep. Het staat vol kleine, korte paragrafen over 'Ik' of 'Meneer G.' of 'Bert', 'School' of 'Thuis' en dan vergeet ik er waarschijnlijk nog een paar. De seizoenen structureren deze paragrafen nog wat meer.

Heb ik het graag gelezen? Bwa... Het staat wat ver van mijn bed. Ik vermoed dat Nikki ongeveer dertien is en dat is zowat de 'enige' leeftijd waar ik niet erg vertrouwd mee ben. Mendes' stijl is wel zeker oké, al blijft Nikki's wereld verre van aangenaam om in te vertoeven... 

maandag 31 maart 2014

Servais, Godfried van Bouillon (deel een)

Eigenlijk zou ik een heleboel stripverhalen van Servais eens opnieuw moeten lezen. Vroeger kon ik zijn stijl niet altijd appreciëren. Nu wel. De expressieve, realistische tekeningen met oog voor detail en de licht romantische onderwerpen die geschiedenis en natuur met elkaar vermengen weten me meer dan ooit te boeien.

Dat is in dit eerste deel van 'Godfried van Bouillon' niet anders. Servais woont niet al te ver uit de buurt van het bekende Waalse stadje. Zoals je op de cover al kunt zien, rolt het stripverhaal drie sporen tegelijk uit: dat van de jonge Benoît Renson en zijn jeugdliefde Mady, dat van de volwassen man die een bekroonde fotograaf is geworden en een kritische kijk op de geschiedenisverhalen over Godfried van Bouillon. 

De jeugdliefde die een late bloei kent is verre van realistisch, maar wel charmant. Dan liever de kritische analyse van de motieven die ridders en Kerk hadden om het 'Heilige Land' te 'bevrijden' en de link naar het heden, die in dit eerste deel nog heel beperkt is. 

Kijk ik al uit naar het vervolg? Ik kijk al uit naar het vervolg, dat blijkbaar in november al verschenen is. Een goede tip voor de paasvakantie!

vrijdag 14 maart 2014

Kristien Dieltiens, Kelderkind

De tijd die ik gebruik om blogberichten te schrijven kan ik niet benutten om te lezen. Die droge vaststelling maakte ik de voorbije twee weken heel geregeld. Om dus maar te zeggen dat ik nog heel wat leeservaringen te bespreken heb...

Kristien Dieltiens ken ik sinds haar magistrale boek 'De moedervlek' gepubliceerd werd, nu toch al zeker meer dan tien jaar geleden. Andere titels konden me dan weer iets minder boeiend, dus was het een beetje afwachten wat ik van het 'Kelderkind' zou vinden. Dat boek, haar vijftigste, werd overstelpt met prijzen en superlatieven en dus moest het er vroeg of laat eens van komen...

'Kelderkind' is een pak dikker dan wat ik gewoon ben, maar de bijna vijfhonderd bladzijden draaien wel snel om. Manfred en Kaspar, de twee hoofdpersonen, vertellen om de beurt hun deel van het verhaal, ook wanneer die delen, zoals je wel kon verwachten, netjes samenschuiven. 

Merkwaardig genoeg vond ik het mysterie rond Kaspar, een wereldvreemde jongen die jarenlang opgesloten werd, een pak minder interessant dan het relaas van Manfred, een man die om zijn hazenlip door iedereen gemeden werd. Over Kaspar zelf kom je eigenlijk zelfs opvallend weinig te weten, ook al vertelt hij bijna alles wat hij weet. Het kan het mysterie rond de historische Kaspar Hauser alleen versterken. 

Je moet het Kristien Dieltiens nageven dat ze zich uitstekend gedocumenteerd heeft over de hele zaak en de bijhorende historische achtergronden. Het boeiendst vond ik de vele verhalen en het bijgeloof van Manfred en zijn moeder en het feit dat ze zo'n intense strijd voerden tegen von Berger, een strijd met een ontstellende ontknoping.

'Kelderkind' kon me genoeg aanspreken om het in enkele dagen uit te hebben, maar kroop nooit helemaal onder mijn huid. Daarvoor kon ik me waarschijnlijk te weinig identificeren met vooral Kaspar, maar dat zei ik al... 

maandag 10 maart 2014

Marian De Smet, Geen bereik

Elke zomer lees je dat soort krantenberichten wel eens, over klimmers en wandelaars die in de bergen in de problemen komen. Leo is zo'n pechvogel. Had hij eindelijk zijn zon-en-strandminnende beste vriend David kunnen overtuigen om op vakantie in de Alpen te gaan, dan gebeurde dit. Tijdens de afdaling was het weer omgeslagen en was Leo in deze kloof beland. Alleen... De kloof leek wel bewoond! 

Nanou's moeder had haar verteld over de mensen, hoe slecht ze waren, dat ze hen moest vermijden. Geen denken aan dus, dat Nanou die jongen zou helpen. Vincent dacht er net hetzelfde over...

Een meisje dat geen contact mag met de 'boze buitenwereld', ik las een paar weken geleden al zo'n boek. Toch is 'Geen bereik' heel anders dan 'Kieuw' van Saskia Maaskant. Veel realistischer, bijvoorbeeld.

Het mooiste aan 'Geen bereik' is de subtiele aanpak van de personages die allemaal hun onvolkomenheden hebben en zich daar ook van bewust lijken. Gevoelens als vriendschap, schuld, tederheid en (moeder)liefde worden met de nodige nuance benaderd.

Over het einde wil ik nog niet te veel vertellen, behalve dat het zeer passend is en toch weer niet helemaal wat je misschien zou verwachten.

Helen Vreeswijk, Promille

Een veertienjarige die zich bewusteloos zuipt en niemand die iets heeft gezien? Het kan. Het gebeurt. Helen Vreeswijk was getuige en schreef er een boek over. 

Angela leert nieuwe 'vrienden' kennen, maar ze heeft heel wat werk om zich aanvaard te weten. Een van de werkpuntjes is het drinken van alcohol. Angela is altijd een goede studente geweest en maakt van haar werkpunt een pluspunt... met alle gevolgen vandien.

Vreeswijk schrijft uiterst realistische adolescentenromans met een waarschuwing die af en toe naar een opgestoken wijsvinger neigt, maar is intussen zo bedreven geworden in het hanteren van spanningsboog, het doseren van informatie en het verwerken van haar research en vakkennis tot een soepel lezend geheel dat ook deze 'Promille' even vlot leest als Angela haar Bacardi leegdrinkt. Meer nog: hoewel het boek redelijk voorspelbaar verloopt, krijgt het naar het einde toe toch een venijnige bocht.

Misschien is het omdat ik een 'niet-tiener' ben, maar ik genoot vooral van de pagina's over het onderzoek. Ook het laatste deel had wat mij betreft heel wat uitgebreider gemogen...

woensdag 5 maart 2014

Marita De Sterck, Niet zonder liefde

Arjun is snelheid. Aan slenteraars en pendelaars ergert hij zich een breuk. En aan zijn moeder. Maar zijn plan is mislukt en dat moet hij aan Juma vertellen, ook al heeft hij schrik voor haar reactie. Terecht, want Juma duikt de metro in. Op weg naar Mo's appartement, hun stek, maar toch: ze vlucht. Arjun volgt haar bovengronds. In metrotunnels krijgt hij het benauwd. Onderweg kronkelt alles naar een ontknoping. Kunnen ze samen de toekomst aan? 

Marita De Sterck schrijft intrigerende boeken waarin enkele vaste elementen terugkeren, maar telkens op een compleet andere manier. Sterke vrouwen, grootouders en hun kleinkinderen, volksverhalen en gebruiken, bijgeloof, zwangerschap en miskraam, het speelt in bijna elk boek van haar een belangrijke rol. En de liefde natuurlijk, met alle vallen en opstaan dat erbij hoort. Mooi hierbij is de parabel van de stekelvarkens die ze van Schopenhauer leende: aantrekken en afstoten...

Antwerpen fungeert als multicultureel decor voor de obstakels die het jonge koppel moet tackelen, met zijn racisme en zijn criminaliteit, zijn kosmopolitisch karakter en zijn bekrompenheid, zijn straatmuzikanten en zijn vele nationaliteiten. Nieuw is ook het 'parkour', beweging en filosofie, dat vooral figuurlijk een belangrijke rol speelt.

Het mooiste fragment speelt zich echter niet in de Metropool af, maar in de Brusselse Matongewijk, waar Arjuns vader op verhaal komt. 

'Niet zonder liefde' is boeiend om de vele verhalen en de sfeer die De Sterck erin oproept. De verhaallijn is, hoewel dat niet echt stoort, tamelijk voorspelbaar. Zoals steeds zijn het de karakters die het boek maken. Eerlijk is de auteur ook: elk belangrijk personage mag zijn of haar verhaal vertellen. En ja, met amper honderdzestig bladzijden heb je het boek ook aan 'traceursnelheid' uitgelezen.

dinsdag 25 februari 2014

Carmien Michels, We zijn water

Eigenlijk zou ik 'We zijn water' al meteen opnieuw moeten lezen, zodat ik alle puzzelstukjes wat beter in elkaar kan passen. Carmien Michels' debuut leest als een legpuzzel, maar dan wel in 3D. Maar liefst zeven personages verdelen de hoofdrol en allemaal lijken ze verbonden met Sue. 

Het boek is knap geschreven, daarover bestaat geen twijfel, en het is bijzonder origineel. De manier waarop Carmien Michels je laat geloven dat Rolf de arkbouwer erin zal slagen om een lesbische vrouw te overtuigen met hem in zee te gaan, of de observaties die café-uitbaatster Joseeke weet te maken, ze leiden je binnen in werelden die vreemd vertrouwd en toch net iets anders aanvoelen. Merkwaardig ook hoe de auteur een spanning weet op te wekken die onder het aardoppervlak naderbij sluipt en het leven van de mensen in het boek omgooit.

Helemaal ontward heb ik het literaire kluwen nog niet en ergens is het jammer dat je geregeld eens moet terugbladeren, want wie was Elena nu ook al weer, of hoe heette die vrouw die haar man vermoord had? 

Juist, nog eens herlezen dus.

woensdag 12 februari 2014

Jonas Boets, Liever de leugen

Veel thrillers lees ik niet, maar mijn dochters hebben Jonas Boets al in de klas gehad en het fragmentje uit 'Liever de leugen' dat ik had gelezen zag er veelbelovend uit, dus wou ik het wel een kans geven. 

De gebeurtenissen laten zich eenvoudig samenvatten: een man gijzelt een vrouw en de politie zoekt uit waarom. Twee verhaallijnen wisselen elkaar af: de gijzeling en het verhaal van Christiaan Lagae, de hoofdverdachte. Dat een en ander daarbij niet is wat het lijkt, is zeker meegenomen. De plot zit knap in elkaar, ook al stapelen de toevalligheden zich op en betekent 'ingenieus bedacht' nog niet dat het ook geloofwaardig overkomt.

Heel jammer is het dat door al die aandacht voor een sterke plot de personages onvoldoende tot leven komen. Zowel de belangrijkste politiemensen (de Brigadier en Ryckaert) als het trio Arne-Christiaan-Katrien komen onvoldoende los uit hun papieren verpakking. Vooral de dames worden nogal eendimensionaal neergezet en dat is wat mij betreft een gemiste kans. 

'Liever de leugen' is een vrij vlot geschreven jongensboek dat af en toe verrast, maar zeker niet beklijft.

maandag 10 februari 2014

Haruki Murakami, De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren


De nieuwste Murakami heeft zijn start niet gemist. Alleen al van de originele Japanse versie gingen er duizenden exemplaren over de toonbank en ook in ons land verkocht het boek goed. Hapklare kost serveert de auteur nochtans niet. Vaak gaan zijn romans over loodzware thema's als verveling, depressie en het gebrek aan een doel in het leven. 

Met deze recentste leek het niet anders. Tsukuru leeft enkele weken in het niemandsland tussen leven en dood, nadat hij schijnbaar zonder reden uit een groep van vijf hechte vrienden wordt gezet. Pas wanneer zijn nieuwe vriendin Sala Kimoto erop aandringt, gaat hij de confrontatie met zijn verleden echt aan... maar is hij dan al niet veel te laat?

In tegenstelling tot wat de titel laat vermoeden, is 'De kleurloze' een boek met een opvallende en kleurrijke kaft. Te opvallend eigenlijk, voor wie gewoon raakte aan de sobere kaften van zijn andere boeken. Zelfs de bladzijden zijn speciaal: samen hebben ze de vorm van een rasp. 

Inhoudelijk kent het boek enerzijds wel het soort bevreemding dat Murakami's werk kenmerkt, al verdwijnen er geen olifanten, zijn er geen liften naar een andere wereld en worden er geen zussen door de tv geteleporteerd. De vragen in deze roman zijn realistischer, maar daarom niet minder dwingend. Je vraagt je samen met Tsukuru af wat de waarde van vriendschap kan zijn, of de ware liefde wel bestaat en hoe vergankelijk ze al dan niet is, of het verleden kan herhaald of zelfs veranderd worden... Grote vragen met meerkeuzeantwoorden, maar zonder verbetersleutel.

Heb ik dit boek graag gelezen? Ja. Zeker weten. En toch blijf ik een beetje op mijn honger zitten. Op het gevaar af te veel te verklappen: er mocht meer Sala in, meer Eri en meer Yuzu. Je krijgt met andere woorden vooral de mannelijke kijk op de zaak, terwijl de vrouwelijke visie minstens even boeiend lijkt.

Dat alles is maar een verzuchting in de marge. 'De kleurloze' is geschreven met een vanzelfsprekende vlotheid waar veel schrijvers een arm en een been voor over zouden hebben, terwijl het toch diep genoeg duikt om de lezer te laten onderdompelen in zichzelf. Kleurloos? Misschien. Maar in elk geval zeer mooi.

zaterdag 18 januari 2014

Kimberly Pauley, Sucks to be me

De cover schreeuwt het al uit: dit boek is voor tienermeisjes. Technisch gezien moet ik dit boek dus links laten liggen. Onzin, natuurlijk, zolang ik er maar niet van uit ga dat ik van dit boek op dezelfde manier zal kunnen genieten als van een Verhelst, Verhulst, een Barnes of een Murakami. En ja, het gaat over shoppen, over 'prom', over populair zijn, alle tienerclichés op een rijtje.

Mina moet een keuze maken. Haar ouders zijn blijkbaar... vampieren! Niet de mensenverslindende, lookschuwende wezens zoals Bram Stoker ze beschreef, maar wel sterke wezens die af en toe bloed drinken en vooral zo goed als eeuwig blijven leven. Pauley heeft zo goed als al het onaantrekkelijke vakkundig weggefileerd. Mina's beslissing lijkt dan ook voor de hand te liggen, maar hoe moet dat dan met haar beste vriendin Serena, of met Nathan, de hunk voor wie ze als een baksteen lijkt te vallen? 

'Sucks to be me' is niet geschreven om veel bij na te denken en tegelijk zit het toch verduiveld knap in elkaar. Grotendeels voorspelbaar, dat wel, maar dat kan de pret niet drukken. De grote vraagstukken uit het boek zijn die waar de meeste tieners mee worstelen: vriendschap, liefde, familie en hoe die drie belangrijke pijlers in evenwicht te brengen en houden. 

Ga ik onmiddellijk naar de bibliotheek rennen om het volledige oeuvre van Kimberly Pauley te verslinden? Ik dacht het niet. Dit was trouwens haar debuut uit 2008, dus ik betwijfel of er intussen zo waanzinnig veel titels zijn bijgekomen. Dat neemt allemaal niet weg dat 'Sucks to be me' een luchtig tussendoortje is waarvan ik best wel heb genoten, vampieren of niet.

donderdag 9 januari 2014

Dimitri Verhulst, De Laatkomer

Dimitri Verhulst is een vaste waarde geworden in het Vlaamse literaire landschap. Zijn romans zijn meestal dun, lezen heel vlot en hanteren een soort Vlaamse tussentaal die meestal als 'sappig' wordt omschreven. 'De laatkomer' is geen uitzondering. Na een tweetal uurtjes lezen had ik de avonturen van de gepensioneerde Désiré uit. 

Wil dat zeggen dat Verhulst een soort eenheidsworst is beginnen schrijven? Toch niet. Désiré Cordier is een bejaarde man die veinst dat hij dementeert, in de hoop op die manier verlost te raken van zijn Xanthippe en onder het motto 'beter laat dan nooit' de boel nog één keer goed op stelten te zetten voor hij voorgoed de strijdbijl begraaft. 

Het is een originele gedachte die de schrijver in staat stelt om heel wat schone schijn te ontmaskeren. Grappig, maar tegelijk ook een beetje wrang, zoals ook het hoofdpersonage moet vaststellen wanneer iedereen hem meer en meer als een onmondig kind gaat beschouwen. Zelf gezocht, natuurlijk, en het is natuurlijk de vraag of je dat ook wilt blijven volhouden. 

'De Laatkomer' mag misschien een dun boekje zijn, het zit vol pittoreske beschrijvingen die associaties aan 'De helaasheid der dingen' oproepen, kleurrijke en tegelijk herkenbare personages, de nodige diepgang en een niet zo voorspelbaar einde. Meer moet dat niet zijn.

woensdag 8 januari 2014

Saskia Maaskant, Kieuw

Sommige boeken springen meteen in het ook. Dat was het geval bij 'Kieuw' van Saskia Maaskant. De rug van het boek had in de bibliotheek het label '2013' meegekregen. Even kijken dus. De voorkaft lijkt een bed vol zeewier, waarop een fotokader rust met daarin een wazige foto van een meisje. Op het glas van het kader liggen waterdruppels. Het ziet er allemaal vrij mysterieus aan en mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld. 

Centraal in het boek staat het liefdesverhaal van Filia's oma en Kay, een vreemde jongen naar wie de titel verwijst. Filia zelf, een jaar of achttien, mocht jarenlang niet buiten komen van haar oma, want de wereld is niet te vertrouwen. Kers, Timber en Waldemar zijn het daar niet mee eens, maar zullen zij erin slagen Filia te bevrijden uit haar 'aquarium'?

'Kieuw' is vakkundig opgebouwd uit een afwisseling tussen Filia's besloten wereld waarin barstjes ontstaan en het dagboek van Omafélie waardoor ze haar zonet overleden oma beter leert begrijpen. Het is geen spannend boek, maar er gebeurt wel vanalles en je wil te weten komen welke rol de personages in elkaars leven zullen spelen of al gespeeld hebben. 

Heel veel aandacht ging ook naar de vormgeving. Behalve de mooie kaft, vallen ook de vele foto's en pentekeningen in retrokleuren op. Ook Omafélies dagboek en Filia's dromen kregen een extra kleurtint. 

Wat ik af en toe nog wat miste was wat meer diepgang bij sommige personages. Alleen oma en Filia krijgen drie dimensies, de anderen leer je nogal oppervlakkig kennen.

Dat hoeft de pret niet te bederven. 'Kieuw' is best een mooi boek, zeker als je van een retrosfeer houdt. De schrijfster gebruikt heel wat symboliek, ook in de namen van de personages. De twee verhaallijnen hadden van mij ook elk hun eigen leven mogen leiden, maar dan waren het twee heel verschillende boeken geworden.