maandag 6 april 2015

Mark Schaevers, Orgelman

De eerste in een reeks van vijf boeken die ik las als lid van de Lezersjury voor de Gouden Boekenuil. Dit waren mijn impressies en mijn eindoordeel:

Met het aanstekelijke enthousiasme van Friedl' Lesage en de collega-lezers van de Lezersjury nog in de poriën ben ik gisteravond nog aan 'Orgelman' begonnen. Met amper 30 bladzijden kan ik niet veel meer dan een eerste impressie geven. Een joods schilder die met zijn vrouw in Oostende terechtkomt en er kennismaakt met James Ensor tijdens een carnavalsviering, een constante zoektocht naar een veilige thuishaven... Dat zijn de elementen die tot nu toe wat blijven hangen. Overdonderd of weggeblazen ben ik nog niet, maar daarvoor is het ook nog veel te vroeg. Zin om erin voort te lezen heb ik voorlopig nog wel...

Nog 111 bladzijden heb ik te lezen, maar mijn oordeel begint vastere vorm te krijgen. Orgelman is een indringend schilderij en een boeiend boek. Wel heeft het een hele tijd geduurd voor ik mijn weg begon te vinden door het doolhof eigennamen. Pas na een tweehonderdtal bladzijden begon er meer vaart in te komen, vooral omdat er vanaf dan ook meer gebeurt. De research die journalist Schaevers gedaan heeft ter voorbereiding van dit werk is niet minder dan indrukwekkend. Wanneer Nussbaum bij wijze van spreken zijn zakdoek is verloren, is de auteur ze gaan zoeken. Dat bedoel ik niet oneerbiedig, maar de grondigheid van het onderzoek zorgt er soms voor dat je als lezer het gevoel hebt te verdrinken in een oceaan van namen en referenties... en dan had ik nog het geluk dat ik een beetje mijn weg ken in de schilderkunst van het begin van de twintigste eeuw, dat ik recent de Dossinkazerne en Breendonk heb bezocht, in Oostende heb gewoond en vorig jaar nog in Berlijn was. Dat het boek vlot geschreven is, valt niet te betwijfelen. De zinnen en hoofdstukken zijn voldoende kort, de citaten naadloos verweven met de tekst, de formuleringen meestal fris. Of het allemaal ook literair is, daar heb ik, net als Kris Minne, mijn twijfels wat bij. Het mooiste aan het boek vind ik het idee dat iemand zijn leven kunt reconstrueren en op die manier probeert teniet te doen wat de nazi's verwoest hebben. Al bij al heb ik dit 'boek met de prentjes' graag gelezen ben ik benieuwd hoe het eindigt.

Sterrentijd. Nussbaums schilderijen geef ik er vijf. Ik wil ze graag in het groot, 'in het echt' zien, elk detail in me opnemen, zoeken naar betekenis en symboliek, er de kwinkslagen en verwijzingen in zien die Mark Schaevers in 'Orgelman' aangeeft. En het boek? Even dacht ik dat het hoofdstuk 'Feniks', de epiloog als het ware, een gigantische anticlimax vormde. Toen merkte ik dat de auteur er ook daar in geslaagd is om alle losse eindjes zo veel mogelijk te verbinden, om ondanks de voor de hand liggende verwachtingspatronen toch nog heel wat te verrassen en het verhaal van Nussbaum en zijn oeuvre met een orgelpunt te laten eindigen. Zelfs de bibliografie heb ik (diagonaal) gelezen. Heel wat namen uit het boek passeren opnieuw de revue. Logisch natuurlijk, maar het zorgt er ook voor dat ik me weer heel wat passages herinner die ik al bijna vergeten was. Nog even blader ik langs de vele gouaches en doeken, voor ik tevreden vier sterren inkleur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten